aanporden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanporden    (hulp, bestand)
  • IPA: /'amˌpɔrdə(n)/
Woordafbreking
  • aan·por·den

Werkwoord

vervoeging van
aanporren

aanporden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanporren
    • ...dat wij aanporden. 
    • ...dat jullie aanporden. 
    • ...dat zij aanporden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.