aangiet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangiet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋˌɣit/
Woordafbreking
  • aan·giet

Werkwoord

vervoeging van
aangieten

aangiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangieten
    • ... dat ik aangiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangieten
    • ... dat jij aangiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangieten
    • ... dat hij aangiet. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.