Paleolithicum
Nederlands
Woordafbreking
- Pa·leo·li·thi·cum
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘oude steentijd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1925 [1]
Zelfstandig naamwoord
Paleolithicum o
- (archeologie) paleolithicum (in de vóór 2006 gangbare schrijfwijze)
- Kunnen wij dus, wat het Paleolithicum en het Mesolithicum betreft, hoogstens op enkele sporen wijzen, die de aanwezigheid van mensen in Zuid-Limburg verraden, reeds in het begin van het Neolithicum wordt dat anders. [2]
Schrijfwijzen
- In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Gangbaarheid
- Het woord 'Paleolithicum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- "Paleolithicum" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Agt, J.F. van De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht. (1962) Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf, Den Haag; p. 11; geraadpleegd 2016-02-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.