Neozoïcum
Nederlands
Woordafbreking
- Neo·zoï·cum, Neo·zo·icum
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘geologische periode’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1933 [1]
Zelfstandig naamwoord
Neozoïcum o
- Het Neozoïcum wordt verdeeld in twee periodes: Tertiair en Quartair. [2]
Schrijfwijzen
- In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Gangbaarheid
- Het woord 'Neozoïcum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- "Neozoïcum" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Mandos, M.A. ANWB Goud - Pyreneeën (2004) ANWB Media, Den Haag; ISBN 9789018018924; p. 373; geraadpleegd 2016-01-25
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.