waardeloos

Dutch

Etymology

From waarde (value) + -loos (-less).

Pronunciation

  • (file)

Adjective

waardeloos (comparative waardelozer, superlative meest waardeloos or waardeloost)

  1. worthless
    Je bent niet waardeloos.
    You're not worthless.

Inflection

Inflection of waardeloos
uninflected waardeloos
inflected waardeloze
comparative waardelozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial waardelooswaardelozerhet waardeloost
het waardelooste
indefinite m./f. sing. waardelozewaardelozerewaardelooste
n. sing. waardelooswaardelozerwaardelooste
plural waardelozewaardelozerewaardelooste
definite waardelozewaardelozerewaardelooste
partitive waardelooswaardelozers

Antonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.