vreesachtig

Dutch

Etymology

From vrees + -achtig

Pronunciation

  • (file)

Adjective

vreesachtig (comparative vreesachtiger, superlative vreesachtigst)

  1. apprehensive, timid, fearful

Inflection

Inflection of vreesachtig
uninflected vreesachtig
inflected vreesachtige
comparative vreesachtiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial vreesachtigvreesachtigerhet vreesachtigst
het vreesachtigste
indefinite m./f. sing. vreesachtigevreesachtigerevreesachtigste
n. sing. vreesachtigvreesachtigervreesachtigste
plural vreesachtigevreesachtigerevreesachtigste
definite vreesachtigevreesachtigerevreesachtigste
partitive vreesachtigsvreesachtigers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.