verrekenen

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Verb

verrekenen

  1. to offset, to settle (a debt or a payment)

Inflection

Inflection of verrekenen (weak, prefixed)
infinitive verrekenen
past singular verrekende
past participle verrekend
infinitive verrekenen
gerund verrekenen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular verrekenverrekende
2nd person sing. (jij) verrekentverrekende
2nd person sing. (u) verrekentverrekende
2nd person sing. (gij) verrekentverrekende
3rd person singular verrekentverrekende
plural verrekenenverrekenden
subjunctive sing.1 verrekeneverrekende
subjunctive plur.1 verrekenenverrekenden
imperative sing. verreken
imperative plur.1 verrekent
participles verrekenendverrekend
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.