verhongeren

Dutch

Etymology

From ver- + hongeren.

Pronunciation

  • (file)

Verb

verhongeren

  1. to starve

Inflection

Inflection of verhongeren (weak, prefixed)
infinitive verhongeren
past singular verhongerde
past participle verhongerd
infinitive verhongeren
gerund verhongeren n
present tense past tense
1st person singular verhongerverhongerde
2nd person sing. (jij) verhongertverhongerde
2nd person sing. (u) verhongertverhongerde
2nd person sing. (gij) verhongertverhongerde
3rd person singular verhongertverhongerde
plural verhongerenverhongerden
subjunctive sing.1 verhongereverhongerde
subjunctive plur.1 verhongerenverhongerden
imperative sing. verhonger
imperative plur.1 verhongert
participles verhongerendverhongerd
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.