uitgehuwelijkt

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

uitgehuwelijkt

  1. past participle of uithuwelijken

Declension

Inflection of uitgehuwelijkt
uninflected uitgehuwelijkt
inflected uitgehuwelijkte
comparative
positive
predicative/adverbial uitgehuwelijkt
indefinite m./f. sing. uitgehuwelijkte
n. sing. uitgehuwelijkt
plural uitgehuwelijkte
definite uitgehuwelijkte
partitive uitgehuwelijkts
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.