terpentijn

Dutch

Etymology

From Middle Dutch terbentijn, also terpentijn, tarpentijn, from Old French terbentine, from Latin terebinthīna (rēsīna), from the tree terebinthus, from Ancient Greek τερέβινθος (terébinthos).

Pronunciation

  • (file)
  • Rhymes: -ɛi̯n
  • Hyphenation: ter‧pen‧tijn

Noun

terpentijn m (plural terpentijnen, diminutive terpentijntje n)

  1. (uncountable) The volatile essential oil turpentine naturally occurring in certain tree resins
  2. The trees Pistacia terebinthus and some relative species which produce the resins

Synonyms

  • (oil) terpentijnolie, geest van terpentijn m
  • (tree) terpentijnboom m

Derived terms

  • (by type) kunstterpentijn, lorkenterpentijn, rode terpentijn, ruwe terpentijn, witte terpentijn,
  • terpentijnachtig (adjective)
  • terpentijnen (verb)
  • terpentijnbalsem m
  • terpentijnden m
  • terpentijnfractie
  • terpentijnhout n
  • terpentijnkamfer m
  • terpentijnlucht
  • terpentijnmakerij
  • terpentijnnoot m
  • terpentijnoliebeits
  • terpentijnoliesurrogaat n
  • terpentijnolievernis n
  • terpentijnpil
  • terpentijnpistache m
  • terpentijnplak
  • terpentijnpot m
  • terpentijnreuk
  • terpentijnstoker m
  • terpentijnstokerij
  • terpentijnvernis
  • terpentijnwater n
  • terpentijnzalf
  • terpentijnzeep
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.