technisch

Dutch

technisch (comparative technischer, superlative meest technisch or technischt)

Inflection of technisch
uninflected	technisch
inflected	technische
comparative	technischer
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		technisch	technischer	het technischt het technischte
indefinite	m./f. sing.	technische	technischere	technischte
	n. sing.	technisch	technischer	technischte
	plural	technische	technischere	technischte
definite		technische	technischere	technischte
partitive		technisch	technischers	—

technisch (not comparable)

technical
Er arbeitet im technischen Bereich. ― He works in the technical field.
technological
engineering (attributive)

Declension of technisch

number & gender		singular			plural
number & gender		masculine	feminine	neuter	all genders
predicative		er ist technisch	sie ist technisch	es ist technisch	sie sind technisch
strong declension (without article)	nominative	technischer	technische	technisches	technische
	genitive	technischen	technischer	technischen	technischer
	dative	technischem	technischer	technischem	technischen
	accusative	technischen	technische	technisches	technische
weak declension (with definite article)	nominative	der technische	die technische	das technische	die technischen
	genitive	des technischen	der technischen	des technischen	der technischen
	dative	dem technischen	der technischen	dem technischen	den technischen
	accusative	den technischen	die technische	das technische	die technischen
mixed declension (with indefinite article)	nominative	ein technischer	eine technische	ein technisches	(keine) technischen
	genitive	eines technischen	einer technischen	eines technischen	(keiner) technischen
	dative	einem technischen	einer technischen	einem technischen	(keinen) technischen
	accusative	einen technischen	eine technische	ein technisches	(keine) technischen