spilziek

Dutch

Etymology

From spillen + ziek.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈspɪl.zik/
  • (file)
  • Hyphenation: spil‧ziek

Adjective

spilziek (comparative spilzieker, superlative spilziekst)

  1. wasteful, profligate

Inflection

Inflection of spilziek
uninflected spilziek
inflected spilzieke
comparative spilzieker
positive comparative superlative
predicative/adverbial spilziekspilziekerhet spilziekst
het spilziekste
indefinite m./f. sing. spilziekespilziekerespilziekste
n. sing. spilziekspilziekerspilziekste
plural spilziekespilziekerespilziekste
definite spilziekespilziekerespilziekste
partitive spilzieksspilziekers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.