knoedel
Dutch
Etymology
From knot. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈknu.dəl/
Audio (file) - Hyphenation: knoe‧del
- Rhymes: -udəl
Noun
knoedel m (plural knoedels, diminutive knoedeltje n)
- dumpling
- noodle or piece of pasta
- 1875, Jozef Wiel, Kookboek voor gezonden en zieken, vol. 1, publ. by P. Kluitman, page 104.
- De spijzen, bereid uit meel en water staan op het laagste standpunt der kookkunst. Een zeer bekende soort, waaraan waarschijnlijk Adam en Eva reeds hebben gesmuld, zijn de knoedels.
- (please add an English translation of this quote)
- Synonym: noedel
- 1875, Jozef Wiel, Kookboek voor gezonden en zieken, vol. 1, publ. by P. Kluitman, page 104.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.