invloedrijk

Dutch

Etymology

invloed (influence) + rijk (rich)

Pronunciation

  • (file)

Adjective

invloedrijk (comparative invloedrijker, superlative invloedrijkst)

  1. influential

Inflection

Inflection of invloedrijk
uninflected invloedrijk
inflected invloedrijke
comparative invloedrijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial invloedrijkinvloedrijkerhet invloedrijkst
het invloedrijkste
indefinite m./f. sing. invloedrijkeinvloedrijkereinvloedrijkste
n. sing. invloedrijkinvloedrijkerinvloedrijkste
plural invloedrijkeinvloedrijkereinvloedrijkste
definite invloedrijkeinvloedrijkereinvloedrijkste
partitive invloedrijksinvloedrijkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.