grijsblauw

Dutch

Etymology

Compound of grijs + blauw.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɣrɛi̯sˈblɑu̯/
  • (file)
  • Hyphenation: grijs‧blauw
  • Rhymes: -ɑu̯

Adjective

grijsblauw (not comparable)

  1. blue-grey, grey-blue
    Synonyms: blauwgrauw, blauwgrijs, grauwblauw, staalblauw

Usage notes

Grijsblauw is also defined as RAL 5008, but this specialist meaning is not common in everyday use.

Inflection

Inflection of grijsblauw
uninflected grijsblauw
inflected grijsblauwe
comparative
positive
predicative/adverbial grijsblauw
indefinite m./f. sing. grijsblauwe
n. sing. grijsblauw
plural grijsblauwe
definite grijsblauwe
partitive grijsblauws
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.