gezamenlijk

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Adjective

gezamenlijk (comparative gezamenlijker, superlative gezamenlijkst)

  1. all
  2. joint, shared

Inflection

Inflection of gezamenlijk
uninflected gezamenlijk
inflected gezamenlijke
comparative gezamenlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial gezamenlijkgezamenlijkerhet gezamenlijkst
het gezamenlijkste
indefinite m./f. sing. gezamenlijkegezamenlijkeregezamenlijkste
n. sing. gezamenlijkgezamenlijkergezamenlijkste
plural gezamenlijkegezamenlijkeregezamenlijkste
definite gezamenlijkegezamenlijkeregezamenlijkste
partitive gezamenlijksgezamenlijkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.