gevorderd

Dutch

Etymology

Past participle of vorderen

Pronunciation

  • (file)

Adjective

gevorderd (comparative gevorderder, superlative gevorderdst)

  1. advanced

Inflection

Inflection of gevorderd
uninflected gevorderd
inflected gevorderde
comparative gevorderder
positive comparative superlative
predicative/adverbial gevorderdgevorderderhet gevorderdst
het gevorderdste
indefinite m./f. sing. gevorderdegevorderderegevorderdste
n. sing. gevorderdgevorderdergevorderdste
plural gevorderdegevorderderegevorderdste
definite gevorderdegevorderderegevorderdste
partitive gevorderdsgevorderders

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.