betrokken

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈtrɔ.kə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧trok‧ken
  • Rhymes: -ɔkən

Etymology 1

From betrekken.

Adjective

betrokken (comparative betrokkener, superlative betrokkenst)

  1. involved
  2. (weather) clouded
Inflection
Inflection of betrokken
uninflected betrokken
inflected betrokken
comparative betrokkener
positive comparative superlative
predicative/adverbial betrokkenbetrokkenerhet betrokkenst
het betrokkenste
indefinite m./f. sing. betrokkenbetrokkenerbetrokkenste
n. sing. betrokkenbetrokkenerbetrokkenste
plural betrokkenbetrokkenerbetrokkenste
definite betrokkenbetrokkenerbetrokkenste
partitive betrokkensbetrokkeners
Derived terms

Participle

betrokken

  1. past participle of betrekken
Inflection
Inflection of betrokken
uninflected betrokken
inflected betrokken
comparative
positive
predicative/adverbial betrokken
indefinite m./f. sing. betrokken
n. sing. betrokken
plural betrokken
definite betrokken
partitive betrokkens

Etymology 2

See the etymology of the main entry.

Verb

betrokken

  1. plural past indicative and subjunctive of betrekken

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.