beraadslagen

Dutch

Etymology

From beraad + slagen.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈraːtslaːɣə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧raad‧sla‧gen

Verb

beraadslagen

  1. (transitive) to discuss in depth, to deliberate

Inflection

Inflection of beraadslagen (weak, prefixed)
infinitive beraadslagen
past singular beraadslaagde
past participle beraadslaagd
infinitive beraadslagen
gerund beraadslagen n
present tense past tense
1st person singular beraadslaagberaadslaagde
2nd person sing. (jij) beraadslaagtberaadslaagde
2nd person sing. (u) beraadslaagtberaadslaagde
2nd person sing. (gij) beraadslaagtberaadslaagde
3rd person singular beraadslaagtberaadslaagde
plural beraadslagenberaadslaagden
subjunctive sing.1 beraadslageberaadslaagde
subjunctive plur.1 beraadslagenberaadslaagden
imperative sing. beraadslaag
imperative plur.1 beraadslaagt
participles beraadslagendberaadslaagd
1) Archaic.

Derived terms

  • beraadslaging
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.