aantrekkelijk

Dutch

Etymology

From Middle Dutch aentreckelijc. Equivalent to aantrekken + -e- + -lijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌaːnˈtrɛ.kə.lək/
  • (file)
  • Hyphenation: aan‧trek‧ke‧lijk

Adjective

aantrekkelijk (comparative aantrekkelijker, superlative aantrekkelijkst)

  1. attractive, beautiful

Inflection

Inflection of aantrekkelijk
uninflected aantrekkelijk
inflected aantrekkelijke
comparative aantrekkelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial aantrekkelijkaantrekkelijkerhet aantrekkelijkst
het aantrekkelijkste
indefinite m./f. sing. aantrekkelijkeaantrekkelijkereaantrekkelijkste
n. sing. aantrekkelijkaantrekkelijkeraantrekkelijkste
plural aantrekkelijkeaantrekkelijkereaantrekkelijkste
definite aantrekkelijkeaantrekkelijkereaantrekkelijkste
partitive aantrekkelijksaantrekkelijkers

Antonyms

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.