1 aprilgrap
Dutch
Alternative forms
- 1-aprilgrap (unofficial, suggested by Onze Taal)
Pronunciation
- IPA(key): /eːn aːˈprɪlˌɣrɑp/
Audio (file) - Hyphenation: 1 april‧grap
Noun
1 aprilgrap m (plural 1 aprilgrappen, diminutive 1 aprilgrapje n)
- April fool, a joke played on April Fools' Day
- "Zeehondencrèche is opnieuw de dupe van 1 aprilgrap", 'RTV Noord, April 1st 2015.
- Vorig jaar was het opvangcentrum ook al 'slachtoffer' van precies dezelfde 1 aprilgrap.
- The animal shelter also became the 'victim' of exactly the same April fool a year ago.
- Vorig jaar was het opvangcentrum ook al 'slachtoffer' van precies dezelfde 1 aprilgrap.
- "Zeehondencrèche is opnieuw de dupe van 1 aprilgrap", 'RTV Noord, April 1st 2015.
Synonyms
- 1-aprilgrap (unofficial), aprilgrap, aprilgrol (all current in both Belgium and the Netherlands), aprilvis (Belgian)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.