Željko Ražnatović

Željko Ražnatović (Servisch: Жељко Ражнатовић) (Brežice, 17 april 1952Belgrado, 15 januari 2000), beter bekend als Arkan (Servisch: Аркан), was een Montenegrijns en Servisch nationalist, die wegens oorlogsmisdaden door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag aangeklaagd was. Hij werd beschuldigd van onder andere de moord op, en wrede behandeling van, burgers in Bosnië en Herzegovina.[1]

Željko Ražnatović
Het grafmonument van Arkan
BijnaamArkan
Geboren17 april 1952
Brežice (SR Slovenië)
Overleden15 januari 2000
Belgrado (Servië)
Land/zijdeServisch Vrijwilligerskorps
RangLeider

Arkan was commandant van de paramilitaire groep Arkans Tijgers (Arkanovi Tigrovi (Servisch: Арканови тигрови)), die op 11 oktober 1990 door hem opgericht werd. Tussen augustus 1991 en december 1991 vochten zij in Kroatië. Vanaf het voorjaar van 1992 werden zij in Bosnië ingezet (onder andere in de plaatsen Bijeljina, Sanski Most en Zvornik), waar zij zich schuldig maakten aan het plegen van misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.[1]

In 1992 werd Arkan gekozen in het Servische parlement als afgevaardigde van de kieskring Kosovo. Later werd hij ook voor korte tijd minister in de Republiek van Servisch Krajina.

In 1995 trouwde Arkan met de 'turbo-folk'-zangeres Svetlana Veličković (Ceca). De trouwplechtigheid, met veel prominente gasten, werd op televisie uitgezonden. Arkan kreeg bij verschillende vrouwen negen kinderen.

Arkan werd voor zijn vermeende misdaden niet meer berecht. Op 15 januari 2000 werd hij in de hal van het Hotel Intercontinental in Belgrado samen met twee van zijn lijfwachten doodgeschoten. Dobrosav Gavrić werd voor de moorden gearresteerd en is in 2006 veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.