Zone van de naaste ontwikkeling

De zone van de naaste ontwikkeling (зона ближайшего развития), vaak afgekort als ZNO, is het verschil tussen wat een leerling zonder hulp kan doen en wat hij of zij met hulp kan doen. Het is een door de Sovjet-psycholoog en -sociaal-constructivist Lev Vygotski (1896 - 1934) ontwikkeld concept.

Vygotski stelde dat een kind het voorbeeld van een volwassene navolgt en geleidelijk aan het vermogen ontwikkelt om bepaalde taken zonder hulp of ondersteuning uit te voeren. Vygotski's vaak geciteerde definitie van de zone van de naaste ontwikkeling stelt het voor als

De afstand tussen het feitelijke ontwikkelingsniveau zoals vastgesteld door middel van probleemoplossen door het kind zonder hulp uitgevoerd, en het potentiële ontwikkelingsniveau zoals vastgesteld door probleemoplossen onder volwassen begeleiding of begeleiding door meer gevorderde leeftijdsgenoten.[1]

Vygotski is samen met andere onderwijsdeskundigen van mening dat het de rol van het onderwijs moet zijn om kinderen van ervaringen die zich in hun ZNO bevinden te voorzien, en hierdoor hun individueel leervermogen te stimuleren en te bevorderen.[2]

Noten

  1. L.S. Vygotski, Mind in society: The development of higher psychological processes, Cambridge, 1978, p. 86 (vertaling: L. Verhofstadt-Denève – A. Vyt – P. Van Geert, Handboek ontwikkelingspsychologie. Grondslagen en theorieën, Houten, 1991, p. 168.).
  2. L.E. Berk - A. Winsler, Scaffolding Children's Learning: Vygotsky and Early Childhood Education, Washington, 1995, p. 25.

Referenties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.