Zonale kunsttaal
Zonale kunsttalen zijn kunsttalen die speciaal ontworpen zijn voor bepaalde etnische groepen of voor regio's waarbinnen nauw verwante talen gesproken worden. Ze kunnen worden gerekend tot de internationale hulptalen, maar zijn in tegenstelling tot talen als het Esperanto niet bedoeld om als wereldtaal te dienen. Er is enige overlap met het begrip euroklonen, al moet worden aangetekend dat laatstgenoemde term vooral gebruikt wordt voor talen die pretenderen wereldtalen te zijn maar in werkelijkheid (vrijwel) uitsluitend gebaseerd zijn op Europees (vooral Romaans) materiaal.
Tot de zonale kunsttalen behoren onder meer pan-Germaanse, pan-Slavische en pan-Romaanse talen. Veel van deze talen werden aan het eind van de 19e eeuw gecreëerd, tijdens de periode van nationale wederopstanding. Sommige zijn ook later tot stand gekomen.
Voorbeelden
Bekende voorbeelden van pan-Germaanse talen zijn:
- Euronord voor Noord-Europa door A.J. Pilgrim (1965)
- Folkspraak (1995)
- Nordien
- Tutonish dat in 1902 door Elias Molee was gecreëerd om eerst als hulptaal te gaan dienen maar op termijn alle andere Germaanse talen te vervangen
- Universalspraket door K.G.F. Kejhser (1918) voor de Scandinaviërs
Bekende voorbeelden van pan-Slavische talen zijn:
- Interslavisch
- Mežduslavjanski jezik door Ladislav Podmele (1958)
- Ruski jezik door Juraj Križanić (1661) – het oudste bekende voorbeeld van een zonale kunsttaal en tevens van een a posteriori-kunsttaal in het algemeen
- Slovanština door Edmund Kolkop (Praag, 1913)
- Slovianski (2006)
- Slovio door Mark Hučko (1999)
- Universalis Lingua Slavica door Ján Herkeľ (1826)
- Uzajemni Pravopis Slavjanski door Matija Majar (1865)
Bekende voorbeelden van pan-Romaanse talen zijn:
- Interlingua
- Latino Moderne
- Lingua Franca Nova door C. George Boeree (1965)
- Romanica (2001)
- Romániço (1996)
- Romanid (1956)
- Romanova (1999)
Ook op andere continenten komen zonale kunsttalen voor. Een voorbeeld is het Afrihili door K. A. Kumi Attobrah, gemaakt om als lingua franca in heel Afrika te gaan dienen.