Wet le Chapelier

De Wet Le Chapelier (naar de Bretonse advocaat Isaac Le Chapelier, een jakobijn) werd in het toenmalige Franse rijk afgekondigd op 14 juni 1791. Deze wet voerde de vrijheid van ondernemen in en verbood coalities en corporaties, dat wil zeggen alle gilden die de toegang tot een beroep belemmerden. Hij verbood tegelijkertijd ook verenigingen van boeren en arbeiders. Daarmee kwam hij feitelijk ook neer op een verbod op vakbonden en stakingen.

Isaac-René-Guy le Chapelier

Deze wet volgde vrij snel op het decreet d'Allarde van 2 maart 1791, dat de basis legde voor de vrijheid van elk individu om een professionele activiteit te ontwikkelen, door het volgende beginsel uit te vaardigen: "Eenieder heeft de vrijheid om de handel, het beroep, de kunst of het ambacht uit te oefenen dat hem goed dunkt."

De Wet Le Chapelier werd in België afgeschaft op 25 mei 1867 en vervangen door artikel 310 van het Strafwetboek.[1][2][3]

Literatuur

  • Alain Plessis (red.), Naissance des libertés économiques. Le décret d'Allarde et la loi Le Chapelier, 1993
  • Fred Stevens, "Het coalitieverbod in België (1795-1866)", in: Liber Amicorum prof. dr. Roger Blanpain, 1998, p. 395-420
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.