Vormärz

Vormärz (vóór maart) is de naam van een periode in de Duitse geschiedenis. De naam komt van de zogeheten maartrevolutie van 1848. Het gaat dus om de periode vóór deze maart. Volgens sommige historici begint ze in 1815 met de overwinning op Napoleon en de oprichting van de Duitse Bond, voor anderen rondom 1830 door de Julirevolutie, volgens anderen weer pas rondom 1841 door de Rheinkrise. De periode van 1815-1830 wordt wel meestal Restaurationszeit genoemd, bedoeld is de (daadwerkelijke of vermeende) herstelling van de politieke en sociale wereld vóór de Franse Revolutie.

Ludwig Börne was een literatuur- en toneelcriticus. Hij was een gedoopte Jood en leefde van 1786-1837. Hij wordt gezien als een grondlegger van het politieke publicisme in Duitsland.

Tijdens de Vormärz werd de liberale, nationale en linkse oppositie in de Duitse staten onderdrukt. Wel bestonden in veel staten al parlementen waarin conservatieve en liberale politici tegenover elkaar stonden. Voor de oppositie was de nationale eenheid van Duitsland een tweede onderwerp naast vrijheid en volksvertegenwoordiging.

Nieuwe uitvindingen zoals de telegrafie en de spoorwegen hielpen bij deze eenwording, maar echter pas ná de eigenlijke Vormärz. Deze periode eindigde met de revolutionaire periode van 1848 tot 1851, met een daarop volgende Reaktionsära. Het erfgoed van de Vormärz werd deels door de linksliberalen, deels door de arbeidersbeweging oftewel de sociaaldemocratie overgenomen (ná 1860). Een grote interesse in de Vormärz ontstond rondom het jaar 1970 toen linkse 68er de periode bestudeerden en haar liederen nieuw vertolkten.

Situatie in de Duitse Bond

De staten van de Duitse Bond, 1815-1848, 1851-1866

Het beeld van de Vormärz is gebaseerd op de situatie in de Duitse Bond vanaf 1815. De bond was een statenbond van de Duitse staten en diende onder meer om opstanden te onderdrukken. De bondsdag, het enige orgaan van de bond, besloot federale wetten tegen liberale, democratische, republikeinse en socialistische bewegingen.

De bond liet wel bestaande grondwetten en parlementen in de enkele staten toe en beschermde deze. Een van de federale grondwetten schreef zelfs de introductie van landständische Verfassungen voor, al was het onduidelijk wat dit soort van grondwet precies moest betekenen. De macht van de bond was echter beperkt: in de realiteit kon hij zich tegen de twee grootste staten, Oostenrijk en Pruisen, niet doorzetten. Sterk was de bond wanneer deze beide staten met elkaar samenwerkten.[1]

Oppositie

Litografie over de trek naar het Hambacher Schloss in mei 1832. De tekening toont al de Duitse driekleur zwart-rood-goud, zij het in nu ongewone volgorde. Georganiseerd werd het feest door de Deutscher Preß- und Vaterlandsverein, een vroege vorm van een politieke partij. Vanwege de wetgeving van de Duitse Bond had de vereniging eigenlijk al in maart niet mogen bestaan.

Typerend voor de Vormärz wordt de oppositie tegen de bond en tegen de conservatieve staten gezien. Een liberaal hoogtepunt uit die tijd was een demonstratie voor vrijheid en eenheid, het Hambacher Fest van 1832. In 1833 vond in Frankfurt een opstand plaats die moest leiden tot een algemene revolutie in Duitsland, maar die door federale troepen neergeslagen werd.

Omdat de Duitse Bond politieke partijen had verboden organiseerde de oppositie zich via 'onpolitieke' verenigingen: zangverenigingen, de turners, clubs met geschiedenis, cultuur of taal als onderwerp. Een grote rol speelden ook nog de salons in de intellectuele kringen.

Een belangrijke bron voor het liberale denken in de Vormärz is bijvoorbeeld het Staatslexikon van Rotteck en Welcker (vanaf 1834). Een groot aantal prominente staatswetenschappers, juristen en historici uit de Vormärz was in 1848 en 1849 lid van de Nationale Vergadering te Frankfurt. De succesvolle verkiezing van de Nationale Vergadering en het spoedige ontstaan van partijen in 1848 was überhaupt alleen mogelijk geweest vanwege de verbindingen en ideologische voorbereidingen tijdens de Vormärz.

Literaire periode

Ook de literatuurwetenschap kent de Vormärz als periode. De schrijvers van de Vormärz hoorden vaak tot de politieke oppositie of hadden sympathieën voor haar. Ze stonden dus ver links. Maar hun romans en toneelstukken stegen vaak boven het politieke uit. Hun onderwerp was niet alleen de arme bevolking en de revolutie maar ook het individu als slachtoffer van de maatschappij en een als repressief beleefde overheid.

Vooral de meer politieke schrijvers worden samengevat als het Junges Deutschland, vergelijkbaar met andere politiek-literaire bewegingen in andere landen. Hun publicaties werden in 1835 door de Bondsdag verboden.

Bekende schrijvers uit de Vormärz waren onder meer:

  • Ferdinand Freiligrath en Georg Herwegh, dichters van de beginnende socialistische en democratische beweging
  • Georg Büchner, de vroeg overleden schrijver van politieke toneelstukken zoals Woyzeck
  • Heinrich Heine, die in zijn epische gedichten en romans het politieke en romantieke wist te verbinden, bekend onder meer door Deutschland. Ein Wintermärchen en het lied over de Loreley
  • August Heinrich Hoffmann von Fallersleben, dichter van de zogeheten Unpolitische Lieder, die in waarheid zeer politiek waren, ook de dichter van het huidige Duitse volkslied

Een ander begrip voor de tijd van 1815 of 1830 tot en met 1850 luidt Biedermeier. Dit begrip wordt meer gebruikt voor de minder open politieke of onpolitieke schrijvers. Biedermeier staat voor de burger die met politiek niets te maken wil hebben en zijn geluk thuis in de kring van zijn familie zoekt. In het algemeen hoort het begrip eerder bij de kunstgeschiedenis.

De Vormärzliteratur werd opgevolgd door de Bürgerlicher Realismus (ca. 1850 tot het einde van de eeuw).

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.