Voortplanting (biologie)

Voortplanting (of reproductie) bij eukaryote organismen is het proces waarbij organismen zorgen voor nageslacht, met als gevolg het voortbestaan van de populatie en de soort. Bij meercellige organismen wordt voortplanting afgewisseld met fasen van groei en ontwikkeling.

In de lucht parende zweefvliegen.

De twee belangrijkste vormen van voortplanting zijn geslachtelijke voortplanting (seksuele reproductie) en ongeslachtelijke voortplanting (aseksuele reproductie).

  • Geslachtelijke voortplanting is het proces waarbij twee verschillende individuen van dezelfde soort een combinatie maken van hun genetische materiaal (DNA) en daarmee een nieuw individu creëren.
  • Daartegenover is ongeslachtelijke voortplanting het proces waarbij een enkel individu kopieën van zichzelf maakt. Het enige genetische verschil met de individuen die dan ontstaan wordt slechts veroorzaakt door eventuele mutaties.

Sommige diersoorten, zoals de mens en olifanten, produceren weinig jongen en hebben een langdurige broedzorg. Andere diersoorten planten zich veel sneller voort, maar als de nakomelingen niet met een speciale behandeling worden beschermd sterven de meesten van hen voordat ze volwassen worden.

Voorbeelden: Een konijn (geslachtsrijp na 8 maanden) kan 10-30 jongen per jaar voortbrengen. Een krokodil (geslachtsrijp na 15 jaar) kan 50 jongen per jaar voortbrengen. Een bananenvliegje (geslachtsrijp na 10-14 dagen) kan 900 nakomelingen krijgen.

De drijvende kracht achter de evolutie naar minder nakomelingen is bij dieren dat deze organismen meer tijd aan de bescherming van het nageslacht kunnen besteden: minder nakomelingen die sterker zijn garanderen meer het voortbestaan van de soort. De andere mogelijkheid is (zeer) veel jongen, waarvan veel verloren kunnen gaan zonder dat het voortbestaan van de soort in gevaar komt.

Bij vissen en inktvissen is er sprake van een alternatieve voortplantingsstrategie met satellietmannetjes, ze lijken uiterlijk op vrouwtjes en trachten ook in gedrag op vrouwtjes te lijken. Zodoende kunnen ze voorbij een mannetje glippen en met zijn vrouwtje(s) paren.

Gametogonie is een soort voortplanting waarbij versmelting optreedt van twee geslachtscellen (de bevruchting), meestal afkomstig van verschillende individuen. Dit komt voor bij planten, dieren en de mens.

Enkele bijzondere vormen van voortplanting in de natuur zijn maagdelijke voortplanting, waarbij er wel een paring plaatsvindt maar alleen eigen lichaamscellen worden gebruikt door het vrouwtje. Een meer ontwikkelde vorm hiervan is gynandromorfisme, waarbij vrouwtjes op mannetjes lijken en vice versa. Bij veel weekdieren is tweeslachtigheid normaal, zoals bij de slakken.

Zie ook

Zie de categorie Reproduction van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.