Viaduct

Een viaduct is een grote verkeersbrug die meestal uit meerdere overspanningen bestaat. Een viaduct onderscheidt zich van een tunnel door de afwezigheid van natuurlijke elementen tussen de kruisende infrastructuur. Bij een tunnel zijn er wel natuurlijke elementen aanwezig.

Nederlands verkeersbord C19 - Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord is aangegeven

Men onderscheidt onder andere een viaduct voor wegverkeer en een spoorviaduct, al naargelang van het soort verkeer dat over de brug gaat. Een viaduct kan bijvoorbeeld gaan over een verkeersweg, spoorweg of ravijn.

Etymologie

Het woord viaduct is een moderne afleiding van de Latijnse woorden via (weg) en ducere (voltooid deelwoord: ductum; leiden), analoog aan het Latijnse woord aquaduct. De eerste viaducten waren vaak op eenzelfde wijze geconstrueerd als de Romeinse aquaducten, de lengte bestaand uit een aantal bogen van min of meer gelijke overspanning.

Beperkte hoogte

Een belangrijk kenmerk van viaducten is de hoogte van de overspanning. Een hoogte van minimaal 4 meter geldt voor het wegverkeer als voldoende, op snelwegen worden viaducten meestal gebouwd op een hoogte van 5,60 meter. Bij lagere viaducten worden verbodsborden geplaatst en worden extra maatregelen genomen om te voorkomen dat een onderlangs passerend voertuig het viaduct beschadigt.

Zie ook

Zie de categorie Viaducts van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.