Vale gier

De vale gier (Gyps fulvus) is een van de gieren van de Oude Wereld uit de familie van havikachtigen (Accipitridae).

Vale gier
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2013)
De vale gier heeft een witte kop en een pluimerige kraag onderaan de hals.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Accipitriformes
Familie:Accipitridae (Havikachtigen)
Onderfamilie:Aegypiinae
Geslacht:Gyps (Gieren)
Soort
Gyps fulvus
(Hablizl, 1783)
Ondersoorten
  • Gyps fulvus fulvescens
  • Gyps fulvus fulvus
Broedgebied van de vale gier
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Vale gier op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Beschrijving

Een volwassen gier is 95 tot 110 cm lang, gemeten van kop tot staart. De vleugelspanwijdte is 2,4- 2,8 meter. Het gewicht van een volwassen exemplaar bedraagt 6,0 tot 11 kilogram.[2] De vogel is hiermee een van de grootste vliegende vogels ter wereld. Anders dan bij arenden lijkt de kop klein, deze wordt in vlucht naar beneden gekromd.

De vale gier is zandkleurig tot donkerbruin van kleur, de kop en de hals zijn wit, evenals de kraag tussen hals en lichaam. De slagpennen (de 'dragende' veren op de vleugels waarmee gevlogen wordt) en de staartveren zijn donkerder tot zwart. Jonge exemplaren hebben een bruine kraag en zijn donkerder van kleur.

De vleugels zijn lang en breed, de vleugelpennen doen in vlucht enigszins denken aan vingers. De poten zijn relatief kort.

Levenswijze

De vale gier legt in de regel maar één ei per jaar. Het ei wordt door beide ouders uitgebroed en het jong blijft tot een half jaar in het nest. Een broedpaar is monogaam en blijft het hele leven bij elkaar. De vale gier is een sociale soort; de vogel broedt in kolonies en jaagt in groepen. De nesten liggen minstens twee meter van elkaar en worden door de ouders fel verdedigd. De vale gier is ook tam te maken, er is een in gevangenschap gehouden exemplaar bekend dat een leeftijd bereikte van 37 jaar.

Met de enorme vleugels legt de gier grote afstanden af, en hoewel de vogels meestal zweven en ze langzaam lijken te vliegen kunnen ze een snelheid bereiken van meer dan 70 kilometer per uur, en honderden kilometers per dag afleggen. De vale gier zweeft op de door de zon verwarmde stijgende luchtstromen en slaat zo min mogelijk met de vleugels om energie te sparen.

Voedsel

In vlucht; met ingetrokken nek en vinger-achtige veerpunten.

De vale gier behoort tot de roofvogels, maar is een aaseter die al vliegend zoekt naar karkassen van dieren als runderen. Deze worden opgespoord met het uitstekende gezichtsvermogen. Met name de zachtere delen worden gegeten, zoals de spieren en de ingewanden. Door zijn lange nek zonder veren kan de gier zijn kop relatief ver in een kadaver steken zonder dat de veren blijven haken. Vale gieren foerageren in groepen, waarbij de dieren elkaar goed in de gaten houden. Als één gier voedsel vindt, vliegt de rest mee naar beneden.
Tijdens de maaltijd worden door de dominantste gier luid sissende geluiden gemaakt, de andere gieren reageren hierop met grommende geluiden. De gier kan zelf overigens geen lijken openscheuren, en moet bij een 'vers' lijk wachten op andere dieren, zoals sterkere roofvogels, die het karkas aanvreten.

Verspreiding en leefgebied

De vale gier komt voor in Zuidwest-Azië, delen van noordelijk Afrika, het Arabisch Schiereiland en zuidelijk Europa. In Europa komt de soort vrij algemeen voor in Spanje, Portugal en Frankrijk, onder andere in de Pyreneeën. Hij is ook geherintroduceerd en uitgezet in centraal Frankrijk. Er zijn twee ondersoorten:[3]

  • Gyps fulvus fulvescens (in zuidwestelijk Azië, in Pakistan, India en Afghanistan)
  • Gyps fulvus fulvus komt voor in de rest van het verspreidingsgebied.

Het broedgebied ligt noordelijker dan het overwinteringsgebied. De gier heeft een groot verspreidingsgebied van ongeveer 10 miljoen vierkante kilometer.

Het leefgebied bestaat uit bergachtige gebieden in kale, dorre streken zonder veel bomen, de gier rust en broedt langs steile kliffen.

In Nederland en België

Vale gier. Afbeelding uit de 18de eeuw uit Nederlandsche Vogelen, van Nozeman en Sepp.

De vale gier is een dwaalgast in Nederland en België. Het aantal bevestigde waarnemingen uit de 20ste eeuw is beperkt, slechts 11. Na 2000 werd de vogel steeds vaker gezien, tot 2007 meestal slechts één of zeer kleine aantallen. In 2007 werd een groep van enkele tientallen gezien. Het aantal keren dat vale gieren in Nederland werden gesignaleerd tussen 2001 en 2012 bedraagt inmiddels 31.[4]

Status

De wereldpopulatie is niet gekwantificeerd. De aantallen nemen toe, maar zijn sterk afhankelijk van de manier waarop veeteelt wordt bedreven (al dan niet laten liggen van kadavers van vee, niet of wel behandelen met ontstekingsremmers) en de plaatsing van grote windmolens. Voorlopig staat de vale gier als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

Zoals wel meer aaseters valt de vale gier zo af en toe ook levende runderen aan, dit betreft meestal sterk verzwakte of heel jonge exemplaren. Ook de placenta's van pasgeboren dieren en door jagers afgeschoten wild worden door de gieren als ze de kans krijgen direct belaagd. Doordat in zuidelijk Europa sinds januari 2007 landbouwers ingevolge EU-richtlijnen geen karkassen meer mogen laten liggen op hun landerijen (in verband met de gekkekoeienziekte) heeft de gier meer moeite om voedsel te vinden wat er toe leidt dat vaker levende dieren worden aangevallen, echter nooit gezonde exemplaren. Een ander gevolg hiervan is dat de vogel verder trekt op zoek naar voedsel, waardoor de soort ook in noordelijker streken is gesignaleerd, dit is de reden dat de vogel tot in België en Nederland voorkomt als dwaalgast.

De Spaanse regering heeft geopperd karkassen op bepaalde plaatsen te laten liggen, maar biologen vrezen dat de gieren zich in deze gebieden sterk gaan concentreren, wat ze gevoeliger maakt voor bijvoorbeeld ziekten.

Foto's

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.