Tsjechisch Legioen

Het Tsjechisch Legioen was een legioen Tsjechische en Slowaakse soldaten, in Russische dienst, die tijdens de Russische Burgeroorlog dwars door Rusland trokken om aan de oorlog en revolutie te ontsnappen en terug te keren naar het gloednieuwe Tsjecho-Slowakije.

Optocht van Tsjechische troepen in Vladivostok
Tsjechische soldaten bij hun kwartier
Soldaten van het Tsjechisch Legioen poseren achter door hen gedode bolsjewieken in Vladivostok

De Tsjechische soldaten van het Legioen waren oorspronkelijk krijgsgevangen Oostenrijks-Hongaarse soldaten in de Eerste Wereldoorlog, die echter niet gemotiveerd waren om te vechten voor de Oostenrijkers en Hongaren, die hen onderdrukten. Veel Tsjechen voelden zich bovendien verwant aan de Slavische Russen, en hoopten dat een geallieerde overwinning een eigen staat voor hen garandeerde. Zeer vaak gebeurde het daardoor dat Tsjechen zich direct aan de Russen overgaven, of deserteerden, wat men overigens ook zag bij Italianen die aan het front tegen Italië moesten vechten. Het Russische leger stelde daarom het Tsjechisch Legioen in. De Tsjechen vochten dus tegen hun oude vaderland, maar voor een eigen Tsjechische staat.

In 1917 stortte Rusland echter ineen. Russische legers gaven er massaal de brui aan, en een nieuwe regering kwam aan de macht. Aangezien deze nieuwe regering de oorlog wilde beëindigen, wilden de Tsjechische soldaten Rusland zo snel mogelijk verlaten: wat zou er van hen moeten worden? Naar het westen konden ze niet, daar rukten nog steeds de Centralen met angstwekkende snelheid op, en hoogstwaarschijnlijk zou hen daar de kogel wachten wegens hoogverraad. Woeste bergen en zeeën sloten het noorden en zuiden af, dus slechts het oosten lag open. De Tsjechen begonnen onder bolsjewistische bewaking naar het oosten te trekken om in Vladivostok scheep te gaan naar Frankrijk.

Bij Tsjeljabinsk in de Oeral kwamen de Tsjechen echter een groep Hongaarse krijgsgevangenen tegen die in de tegengestelde richting werden gevoerd voor repatriëring. De Tsjechen zagen de Hongaren als onderdrukkers, de Hongaren de Tsjechen als verraders. Een Tsjech raakte gewond, de dader werd gelyncht en de Tsjechen overmeesterden hun bolsjewistische bewakers die tussenbeide wilden komen. De Tsjechen wisten een trein te veroveren, en gebruikten deze voor hun transport. Ze besloten Siberië door te trekken, tot aan Vladivostok, en daar scheep te gaan.

De trein werd in de loop der tijd uitgebreid met steeds meer rollend materieel. De wagons werden gepantserd en bewapend. Een complete veldkeuken werd meegenomen om voor het voedsel te zorgen, en er kwam zelfs een eigen krant uit. Ook hadden veel soldaten inmiddels een vrouw en kleine kinderen, die ook meegingen. De Tsjechen vervoerden bovendien een deel van de schat van de tsaar, die ze hadden weten te veroveren. Een tijd lang vochten de Tsjechen in dienst van admiraal Koltsjak, en hielpen hem de trans-Siberische spoorlijn te behouden. Ze verloren echter nooit hun doel uit het oog.

Ten slotte werden de Tsjechen in het uiterste oosten van Siberië toch door de oprukkende Roden ingehaald en ingesloten. De Tsjechen namen echter admiraal Koltsjak gevangen, en ruilden hem en de schat van de tsaar in voor hun uittocht en vrijheid. In Vladivostok gingen de Tsjechen scheep, om uiteindelijk, na vele omzwervingen, weer terug te kunnen keren naar huis en hun nieuwe, eigen staat.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.