Toezichthouder (overheid)

Een toezichthouder is een door de overheid aangesteld, onafhankelijk en onpartijdig instituut dat toeziet op naleving van wet- en regelgeving door organisaties. De toezichthouder opereert binnen het bestuursrecht (administratief recht), en valt doorgaans onder de uitvoerende macht, eventueel onder toezicht van het parlement. Traditioneel gaat het om een zuivere overheidsinstelling, maar de regulerende functie kan ook toevertrouwd worden aan een onafhankelijke organisatie met een publieke opdracht.

De oprichting van onafhankelijke toezichthouders is mede het gevolg van de toegenomen complexiteit van het toezicht waardoor bijzondere expertise vereist is. Het is vaak nodig snel beslissingen te nemen waarbij politieke bemoeienis nadelig kan zijn.

Doel

Toezicht is gericht op het voorkomen van maatschappelijk ongewenste effecten. Het is gericht op bescherming van zwakke belangen (bijvoorbeeld milieu), het voldoen aan kwaliteitseisen (bijvoorbeeld onderwijs of gezondheidszorg), beperking van risico’s (bijvoorbeeld opslag van gevaarlijke stoffen), free-ridergedrag, goede werking van markten (bijvoorbeeld de post- en telecommarkt), bedrog en concurrentievervalsing. Het verhoogt daarmee de kwaliteit van de samenleving en vergroot het gevoel van veiligheid en het vertrouwen van individuele burgers in die samenleving.

Door middel van toezicht wordt het gedrag van de onder toezichtstaande beïnvloed zodat deze aan de gestelde eisen voldoet. Dat kan op verschillende manieren: met het verstrekken van kennis (voorlichting), het aanreiken van hulp (compliance assistance) en het toepassen van dwang (boete, stillegging, publicatie, bestuursdwang, etc.). Het toepassen van deze maatregelen wordt handhaving genoemd. Opsporing is onderzoek naar strafbare feiten. Meestal is er dan sprake van (een vermoeden van) een misdrijf.

Soorten toezicht

Er zijn verschillende soorten toezicht:

  1. Nalevingstoezicht: toezicht op de naleving van wetten en regels. Voorbeeld: de Arbeidsinspectie die toezicht houdt ter bestrijding van illegale arbeid.
  2. Kwaliteitstoezicht: toezicht op het verzorgen van voldoende kwaliteit door de onder toezichtstaande. Voorbeeld: de onderwijsinspectie die toezicht houdt op scholen.
  3. Interbestuurlijk toezicht: toezicht door de ene overheid op de uitvoering van taken door de andere overheid. Voorbeeld: de inspectie die toezicht houdt op de uitvoering van wettelijke milieutaken door gemeenten.
  4. Markttoezicht: toezicht op de goede werking van de markt. Voorbeeld: de mededingingsautoriteit die er op toeziet dat bedrijven geen kartels vormen.
  5. Systeemtoezicht: de toezichthouder probeert nalevingsinformatie te verkrijgen via de bedrijfseigen systemen van de ondertoezichtstaande organisatie.

Met name in de financiële sector wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • prudentieel toezicht, het bewaken van de soliditeit van de financiële instelling (prudence betekent in het Frans voorzichtigheid)[1][2]
  • gedragstoezicht, het controleren van de effectief gevoerde transacties[3][4]
  • systeemtoezicht, doorlichting van het financieel stelsel als geheel.

Nederland

Toezicht wordt door de Nederlandse overheid, zowel door de Rijksoverheid als decentrale overheden, gedefinieerd als het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan ingrijpen.[5][6][7]

De Nederlandse regering heeft in 2005 in de tweede Kaderstellende Visie op Toezicht[8] een zestal basisprincipes voor toezicht vastgesteld, te weten: transparantie, onafhankelijkheid, professionaliteit, samenwerking, selectiviteit en slagvaardigheid.

Nederlandse toezichthouders

Er zijn op rijksniveau in Nederland een flink aantal toezichthouders, waarvan de belangrijkste zijn:

Daarnaast hebben ook andere overheidsinstanties zoals gemeente, provincie en waterschap alsmede Regionale Uitvoeringsdienst cq Omgevingsdienst belangrijke toezichthoudende taken. Ook mogen de Douane, Marechaussee, Kustwacht, Belastingdienst, Rijkswaterstaat, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de politie niet onvermeld blijven in deze opsomming. Voorts zijn er niet-overheidsinstellingen die een wettelijke taak hebben zoals Verispect, Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), Inspectie Leerbedrijven, BUMA/STEMRA, Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (SENA), Skal, Bureau Financieel Toezicht, Centraal Fonds Volkshuisvesting, Commissariaat voor de Media, Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK), Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID; onderdeel van de Dierenbescherming), Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).

België

Toezichthouders

Belgische toezichthouders opereren vooral in de sectoren financiën, energie, communicatie en media, en volksgezondheid:

Op Vlaams niveau:

Controverse

Aan de kwaliteit van de toezichthouder werd weleens getwijfeld, ofwel uit vrees omdat de toezichthouder niet doortastend genoeg zou handelen[9][10], of omdat zijn neutraliteit wordt betwist, als gevolg van de draaideurpolitiek.[11]

Europa

Toezichthouders binnen Europa zijn onder meer de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), de Europese Centrale Bank (ECB) en de European Food Safety Authority (EFSA).

Internationaal

Bekende voorbeelden van internationale regulerende instanties zijn de Food and Drug Administration in de VS en de media-regulator Ofcom in Groot-Brittannië.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.