Theophrastus

Theophrastus van Eresus (Oudgrieks: Θεόφραστος, Theophrastos) (ongeveer 371287 v.Chr.[1]) op Lesbos was een leerling van Aristoteles, die na diens dood (in 322 v.Chr.) scholarch (hoofd) werd van de Peripatetische School. Hij was evenals zijn leermeester een universeel geleerde die zich met vele takken van wetenschap bezighield. Hij wordt als één der eerste botanici beschouwd. Plinius de Oudere (1e eeuw n.Chr.) vermeldt hem enkele keren in zijn Historia naturalis.

Buste van Theophrastus.

Kort voor zijn dood (circa 287 v.Chr., hij was toen 85) beklaagde hij zich erover dat een mensenleven veel te kort was om alle problemen te doorgronden.

Werken

Historia plantarum, 1549

Theophrastus zou een oeuvre van 225 titels beslaan volgens Diogenes Laërtius (Diog. Laer. 5,42-50). Verreweg het grootste deel van zijn talrijke geschriften ging verloren of is slechts fragmentarisch bewaard. Zijn werk over de Ionische natuurfilosofie legde de grondslag voor latere studies over de geschiedenis van de filosofie. Volledig bewaard zijn twee waardevolle werken: één over plantkunde en een bundel “Charakteres” (“Karaktertypen”). Deze werken van Theophrastus zijn in de 15e eeuw uit het Grieks in het Latijn vertaald door Theodorus Gaza: de causis plantarum en de historia plantarum. Ze worden nu als zijn belangrijkste boeken beschouwd. Theophrastus wordt weleens de "Vader van de Plantkunde" genoemd. Hij beschreef 480 groepen planten, die hij indeelde op basis van veelal morfologische kenmerken. Heel erg opvallend was dat hij de kelk- en kroonbladeren interpreteerde als gemodificeerde bladeren. Deze veronderstelling bleek meer dan twee millennia later juist te zijn. Enkele plantengeslachten die beschreven werden door Theophrastus zijn Crataegus, Daucus, Asparagus en Narcissus. De oorspronkelijke Griekse manuscripten zijn later verloren gegaan. Het is dus onmogelijk na te gaan wat Theophrastus zelf geschreven had. Een ander bekend werk is De karakters. Enkele fragmenten van over de stenen, over de winden, over vuur zijn bewaard gebleven.

Charakteres

In zijn Charakteres (of karakter schetsen) beschrijft Theophrastus allerlei karaktertypes, zoals: Kruiperigheid, Boersheid, IJdelheid, Vrekkigheid en vele andere karaktertrekken. deze worden kort gedefinieerd en dan verder uitgewerkt door middel van voorbeelden. De Charakteres is waarschijnlijk gelinkt aan de retoriek omdat in redevoeringen gebruikt werd gemaakt van stereotypes (zoals door Theophrastus beschreven). Een mooi voorbeeld hiervan, is Theophrastus zijn eigen leerling Menander, die in zijn Duskolos gebruikt maakt van deze stereotypes.

Middeleeuwen

Gedurende de Middeleeuwen wordt Theophrastus - ook wel gespeld als Theophrasius - opgevoerd als een auctoritas op het terrein van de ondeugden van het vrouwelijk geslacht, bijvoorbeeld in Le livre de la cité des dames van Christine de Pisan (ca. 1364-ca. 1430), boek 2, hoofdstuk 13, waarin hij het huwelijk ernstig afraadt. Er is grond om aan te nemen dat Theophrastus, of aan hem toegeschreven uitspraken, gecompileerd is in aforismenbundels die door laat-middeleeuwse predikers gebruikt werden om hun soms uren durende preken te kruiden met pikante one-liners.

In het traktaat Dat bedroch der vrouwen, (tussen 1528 en 1531) samengesteld en gedrukt door Jan van Doesborch, maar alleen bewaard gebleven in een vermoedelijk ongewijzigde herdruk uit omstreeks 1532 van zijn compagnon en opvolger Jan Berntszoon uit Utrecht, wordt Theophrastus te midden van andere grootheden als Ambrosius en Jheronymus opgevoerd als gezaghebbend vrouwenkenner, en wordt hem het volgende in de mond gelegd:

Theophrasius: vraecht [men] oft een wijs man sal trouwen een huysvrouwe, ende daerop hy seyt:
- Is een vrouwe schoon, van goeden zeeden ende manieren. Is se van goeden eerbaren ouders. Is se gesont ende rijck, soo mach se een wijs man trouwen. Maer verhaelt terstont:
- Luttel sulcker vrouwen vint men in die bruyloften, maer wel dieghene die alle nacht kijven ende clagen, seggende:
'Dees gaet proper ende wel gecleet, ende ic ga als een arm slave.'
'Waerom saechdi op ons ghebuerwijf?'
'Wat hebdy te spreken met die maecht?'
- Een vrouwe trect uut haer schaemte als si uut trect haer cleederen.

Zijn Charakteres vond sinds de 17e eeuw veel navolging, onder meer door de Fransman La Bruyère (Les Caractères), in Engeland Sir Thomas Overbury (Characters, 1614), in de Zuidelijke Nederlanden Richard Verstegen (Scherpsinnighe characteren, 1619, 1622), en in de Noordelijke Nederlanden Constantijn Huygens (Zedeprinten, 1624).

Nederlandse vertalingen

  • Theophrastus, Karakterschetsen, ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Hein L. van Dolen, 1991, ISBN 9789025330736
  • De Karakterschetsen van Theophrastus, vertaald door Gerrit Kuyper, 1833
  • Karakters van en naar Theophrastus, vertaald door J.T. Barendregt, 1977

(en) Theophrastus: "On Stones" Volledige tekst + bespreking

  1. (en) Fortenbaugh, W., Brill's New Pauly. Brill.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.