The Penguins

• Cleveland Duncan (leadzang)
• Curtis Williams (tenor)
• Bruce Tate (tot 1955) (tenor)
• Dexter Tisby (bariton)
• Randolph Jones (vanaf 1955) (bariton)

In 1954 kregen The Penguins een platencontract bij het Indie-label Dootone Records en publiceerden aan het eind van het jaar hun eerste single Hey Senorita, met Earth Angel als B-kant. Echter spoedig werd duidelijk, dat Earth Angel meer bijval oogstte dan Hey Senorita. Aan het begin van 1955 kwam Earth Angel in de singlecharts op de toppositie van de R&B-charts en in de top 10 van de popcharts. De song telt nu tot de succesvolste doowop-titels en werd als filmmuziek gebruikt in onder andere Back to the Future.

Na het succes van Earth Angel verliet Bruce Tate de groep en werd vervangen door Randolph Jones. In 1856 wisselde de groep eerst naar Mercury Records en vervolgens naar Atlantic Records, waar ze in 1957 met Pledge of Love hun tweede hit hadden, met een 15e plaats in de R&B-charts. Bovendien publiceerden ze in dat jaar hun enige album The Cool, Cool Penguins. In 1959 ging de band terug naar Los Angeles en even later werd de groep ontbonden.

Dankzij Duncan kwam het vanaf de jaren 60 tot enkele reünies van The Penguins. In 1963 nam de groep Memories of El Monte op, dat extra voor hun werd geschreven door Frank Zappa en Ray Collins. De single flopte echter, waarop de groep zich weer ontbond. Tot in de nieuwe eeuw traden The Penguins nog af en toe samen op, bijvoorbeeld voor een PBS-tv-show in 1999.

Leadzanger Cleveland Duncan overleed op 7 november 2012 op 77-jarige leeftijd.