Tamboerijngewelf

Een tamboerijngewelf, catalaanse boog of catalaans gewelf is een zelfdragend plat gewelftype dat bestaat uit meerdere lagen terracottategels die boven elkaar neergelegd worden.[1] De methode werd in de veertiende eeuw in Catalonië geperfectioneerd. De techniek werd vroeger veel gebruikt in de huizen- en kerkenbouw, maar is onbruik geraakt na een heropleving tijdens het Catalaans modernisme met enkele opmerkelijke bouwwerken door Antoni Gaudí i Cornet, Cèsar Martinell en Lluís Muncunill i Parellada.

Een traditioneel tamboerijngewelf in een huis in Barcelona.
Gewelf in de voormalige fabriek Vapor Aymerich door de architect Lluís Muncunill i Parellada, nu Catalaans Museum voor Wetenschap en Techniek

In het begin van de 21e eeuw werd de techniek opnieuw ontdekt. Deze heeft een aantal ecologische voordelen die lange tijd vergeten waren door de concurrentie van gewapend beton, dat minder arbeidsintensief is. Doordat het gewelf na de eerste dagen zelfdragend is en veel lichter is, zijn er veel minder stutten nodig. Een ander voordeel is dat er veel minder bouwmateriaal nodig is.[2]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.