Spörer-minimum

Het Spörer-minimum was een 90 jaar lange periode van lage zonnevlekactiviteit, grofweg van ongeveer 1460 tot 1550, die werd vastgesteld en benoemd door John Allen Eddy. Hij benoemde de periode in een studie uit 1976, gepubliceerd in Science onder de titel Het Maunderminimum.[1] Het trad op voordat zonnevlekken direct konden worden geobserveerd. In de plaats daarvan werd de periode vastgesteld door de analyse van de hoeveelheid van koolstof-14 in groeiringen, die sterk samenhangt met zonnevlekactiviteit. Het minimum is genoemd naar de Duitse astronoom Gustav Spörer.[2]

Zonnevlekactiviteit vastgelegd door koolstof-14-hoeveelheden in groeiringen.
Zonnevlekactiviteit en perioden
GebeurtenisStartEinde
Oort-minimum[2]10101050
Oort-minimum (zie middeleeuws klimaatoptimum)10401080
Middeleeuws maximum (zie middeleeuws klimaatoptimum)11001250
Wolf-minimum12801350
Spörer-minimum14601550
Maunder-minimum16451715
Dalton-minimum17901820
Modern maximum1950bezig
Kleine IJstijd[3][4][5][6]13501850

Net zoals het hierop volgende Maunder-minimum viel het Spörer-minimum samen met een tijd waarin het klimaat van de Aarde kouder was dan gemiddeld. Deze correlatie wierp hypotheses op dat een lagere zonnevlekactiviteit lagere temperaturen dan de normale wereldtemperatuur veroorzaakte.[7] Een specifiek mechanisme waarbij zonnevlekactiviteit resulteert in klimaatsverandering is nog niet vastgesteld.[3]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.