South Dakotaklasse (1920)
De South Dakotaklasse uit 1920 is een klasse van slagschepen van de marine van de Verenigde Staten die zou bestaan uit zes schepen. De basis voor deze schepen werd gelegd in de Naval Act of 1916, een ambitieus bouwprogramma waarmee de Amerikaanse vloot tot de grootste van de wereld zou gaan behoren. In 1920 en 1921 werden de kielen gelegd. De bouw van alle zes werd begin 1922 geannuleerd als een gevolg van de beperking van de marine wapenwedloop zoals overeengekomen in het Verdrag van Washington.
South Dakotaklasse
| ||||
Ontwerp South Dakotaklasse schip | ||||
Geschiedenis | ||||
Kiellegging | in 1920 en 1921 | |||
Status | De order voor de zes schepen is geannuleerd per 8 februari 1923 | |||
Algemene kenmerken | ||||
Type | slagschip | |||
Lengte | 208 meter | |||
Breedte | 32 meter | |||
Diepgang | 10 meter | |||
Deplacement | 43.900 ton (standaard) 47.800 ton (volledig uitgerust) | |||
Voortstuwing en vermogen | 12x stoomketels 4x stoomturbines 2x turbo-generators en 4x alternatoren voor elk van de vier schroeven vermogen: 60.000 pk | |||
Vaart | 23 knopen (ca. 43 km/u) | |||
Bemanning | circa 1600 | |||
Bewapening | 12 x 16 inch/50 cal-kanonnen 16 x 6 inch/53 cal-kanonnen 4x 3 inch/50 cal- kanonnen 2x 21-inch torpedolanceerbuizen | |||
Bepantsering | maximaal 13,5 inch (343 mm) in romp | |||
|
Beschrijving
De Amerikaanse marine had nooit eerder zulke grote slagschepen met een waterverplaatsing van bijna 44.000 ton gebouwd. De schepen werden 208 meter lang en 32 meter breed waardoor ze de sluizen van het Panamakanaal konden passeren.
Ze kregen een dik pantser en een hoofdbewapening van twaalf 16-inch kanonnen verdeeld over vier geschuttorens. De kanonnen konden een granaat met een gewicht van 950 kilogram zo’n 41 kilometer ver schieten. Na het annuleren van de opdracht zijn de kanonnen naar het leger overgegaan die ze heeft ingezet bij diverse kustforten en -batterijen.
Voor het voortstuwing kreeg het een stoom-elektrische aandrijving met een vermogen van 60.000 paardenkracht. Een maximumsnelheid van 23 knopen kon hiermee worden bereikt.
Schepen in de klasse
Van vijf schepen werd de kiel gelegd in 1920 en de laatste volgde in april 1921. De bouw van alle schepen werd op 8 februari 1922 geannuleerd. De schepen waren voor ongeveer een derde gereed toen de bouw werd gestaakt. Ze zijn op de helling gesloopt.
Naam | Scheepswerf | Kiel gelegd op |
South Dakota (BB-49) | New York Navy Yard | 15 maart 1920 |
Indiana (B-50) | New York Navy Yard | 1 november 1920 |
Montana (BB-51) | Mare Island Naval Shipyard | 1 september 1920 |
North Carolina (BB-52) | Norfolk Navy Yard | 12 januari 1920 |
Iowa (BB-53) | Newport News Shipbuilding | 17 mei 1920 |
Massachusetts (BB-54) | Fore River Shipyard | 4 april 1921 |
Trivia
In 1939 werd de naam weer gebruikt voor vier slagschepen. Deze schepen van de South Dakotaklasse (1939) zijn ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van deze klasse zijn de USS Massachusetts (BB-59) en de USS Alabama (BB-60) behouden als museumschip.
Externe link
- (en) NavSource Online: Battleship Photo Archive BB-49 SOUTH DAKOTA
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie South Dakota class battleship (1920) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |