Sony

Sony Corporation (Japans: ソニー株式会社) is een Japans conglomeraat. Het wereldwijd aanwezige concern is primair actief als fabrikant van consumentenelektronica en is een grote mediaspeler als wereldwijd mediaconglomeraat. Hiernaast produceert Sony computerspellen en spelconsoles (Sony Interactive Entertainment) en verzorgt het financiële dienstverlening aan Japanse consumenten. Het hoofdkantoor staat in Tokio, Japan en het concern heeft divisiehoofdkantoren in Berlijn (Europa), New York en Culver City (beide Noord-Amerika).

Sony Corporation
ソニー株式会社
Hoofdkantoor in Minato, Tokio
BeursNYSE: SNE, TSE: 6758
Oprichting7 mei 1946
SleutelfigurenKazuo Hirai (President/CEO)
Kenichiro Yoshida (EDP/CFO)
Hoofdkantoor1-7-1 Konan, Minato,
〒108-0075, Tokio, Japan[1]
Werknemers131.700 (2015)[1]
ProductenConsumentenelektronica
Halfgeleiders
Computerspellen
Media/Amusement
Hardware
Telecommunicatie
Omzet 8.543 miljard yen (2018)[2]
Winst 490 miljard yen (2018)[2]
WebsiteSony Global
Portaal    Economie

Van een elektronicabedrijf met twintig werknemers is Sony uitgegroeid tot een wereldwijd vertegenwoordigd concern met meer dan 146.300 werknemers.[1] Zelf opgericht in 1947, is Sony eigenaar van bedrijven met een langere geschiedenis dan het concern zelf, waaronder het oudste platenlabel ter wereld (Columbia Records, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1888) en Metro-Goldwyn-Mayer (opgericht in 1924). Sony is de op een na grootste producent van consumentenelektronica ter wereld, achter het eveneens Japanse Matsushita Electric (voornamelijk bekend via de merknaam Panasonic) en vóór het Nederlandse Koninklijke Philips.

Bedrijfsoverzicht

Geschiedenis

Oprichting

Vlak na de Tweede Wereldoorlog startte Masaru Ibuka een klein bedrijf voor het repareren van radio's in Nihonbashi, een volkswijk in Tokio. In 1946 sloot zijn vriend Akio Morita zich bij hem aan en op 7 mei 1946 richtten ze samen Tokyo Telecommunications Engineering, ook bekend als Tokyo Tsushin Kogyo, Totsuko of TTK, op.[3] Ibuka en Morita hadden elkaar leren kennen tijdens de oorlog toen ze allebei onderzoek deden naar nieuwe wapentypes. Al vanaf het begin was het de bedoeling van Ibuka en Morita om met TTK een pionier te zijn op het vlak van elektronica. Dit wilden ze realiseren door innovatieve producten te creëren en hiermee nieuwe markten te openen. Nog geen jaar na de oprichting besloten ze om het hoofdkantoor en de fabriek van TTK te verplaatsen naar Shinagawa.

Vroege uitvindingen

De allereerste uitvinding van het bedrijf was een elektrische rijstkoker. Ibuka ondervond echter veel technische problemen tijdens het productieproces en uiteindelijk werd de productie volledig stopgezet. Na deze teleurstelling stortten Morita en Ibuka zich op de ontwikkeling van nieuwe elektronica. Ze creëerden Japans allereerste magnetische bandrecorder, de Type-G genaamd. Deze bandrecorder kwam in 1950 op de markt en werd hun eerste kleine succes. Hierna volgde een hele reeks (transistor)radio's. Op een van zijn reizen naar Amerika had Ibuka kennisgemaakt met de transistor, uitgevonden door Bell Laboratories. Hij zag heel wat potentieel in deze nieuwe technologie, vooral als toepassing in de telecommunicatie, en overtuigde Bell Laboratories in 1953 om een licentie aan zijn bedrijf toe te kennen. Het is dankzij de transistortechnologie dat TTK in 1955 de Sony TR-55, Japans eerste commerciële transistorradio, op de markt kon brengen.[4] Ibuka hoopte eigenlijk met de TR-55 's werelds eerste transistorradio te maken, maar het Amerikaanse bedrijf Regency was hem voor. In december 1955 werd de Sony TR-72 geïntroduceerd. Deze radio had een veel betere geluidskwaliteit dan de TR-55 en veroverde in geen tijd niet alleen de Japanse, maar ook de buitenlandse markten. De TR-6 en TR-63 werd respectievelijk in 1956 en 1957 op de markt gebracht. Voor de marketing van de TR-6 werd het cartoonpersonage Atchan, nu gekend als Sony Boy, gecreëerd. De TR-63 was de kleinste transistorradio die op dat moment geproduceerd werd en was zo populair dat er wereldwijd 1,5 miljoen exemplaren werden verkocht. Hierdoor werd Sony aan het einde van 1957 marktleider op het gebied van (transistor)radio's.

In 1960 bracht Sony 's werelds eerste transistortelevisie, de TV-8-301, op de markt.[5] Dit was een kleine, draagbare televisie die niet bedoeld was als gezinstelevisie, maar voor persoonlijk gebruik. Deze transistortelevisie werd in 1962 opgevolgd door TV5-303, ook wel de Micro TV genoemd. Dit was de kleinste en lichtste draagbare zwart-wittelevisie van die tijd en was ontwikkeld om gebruik in de auto mogelijk te maken. Hierdoor was de TV5-303 zeer populair bij de consument. Sony's eerste kleurentelevisie, de KV-1310, volgde in 1968. Dit toestel maakte gebruik van de door Sony zelf ontwikkelde Trinitrontechnologie, die zorgde voor de productie van helderdere en scherpere beelden dan andere televisies en betekende een doorbraak in de televisiesector. Na de KV-1310 volgden nog vele andere televisies die eenzelfde technologie gebruikten.

Naamsverandering

Omdat hun producten ook succes kenden in het buitenland, gingen de oprichters van Tokyo Tsushin Kogyo op zoek naar een geromaniseerde naam. Eerst werd aan de afkorting TTK gedacht, maar deze initialen werden al gebruikt door het spoorwegenbedrijf Tokyu Corporation of Tokyo Kyuko Dentetsu Kabushikigaisha. Ook de naam Totsuko werd overwogen, maar na een tijd bleek dat dit moeilijk uitspreekbaar was voor buitenlanders en ook deze optie werd van de baan geveegd. In 1958 veranderden Morita en Ibuka de naam van het bedrijf uiteindelijk naar Sony.[6] De naam Sony was een idee van Morita. Sony verwees enerzijds naar het Latijnse woord "sonus", wat de oorsprong van het geluid betekent. Anderzijds verwijst de naam ook naar de Engelse term sonny (boy), die gebruikt werd om een jongen aan te spreken.

De naamsverandering kon echter niet zonder slag of stoot doorgevoerd worden. In de jaren vijftig was het niet de gewoonte om een geromaniseerde naam te geven aan een Japans bedrijf en TTK's belangrijkste bank, Mitsui, zag dit niet zitten. Zij stelden voor de naam te veranderen naar Sony Electronic Industries, Sony Teletech of iets dergelijks, maar Ibuka en Morita wilden niet dat de bedrijfsnaam verbonden werd aan één bepaalde industrie. Zij hielden voet bij stuk en uiteindelijk gaf Mitsui toe.

Globalisering

Nadat de Sony TR-63 op de markt werd gebracht, kwam alles in een stroomversnelling. De radio werd een hit in de Verenigde Staten en naar aanleiding hiervan richtte Morita in 1960 Sony Corporation of America, met hoofdzetel in New York, op. Doordat hij voor de oprichting van deze nieuwe tak van het bedrijf een tijdje in Amerika moest verblijven, leerde hij veel over de verschillen tussen Japanse en Amerikaanse bedrijven. Toen hij naar Japan terugkeerde nam hij de in Amerika opgedane ervaring mee en moedigde hij ervaren werknemers van andere bedrijven aan om voor Sony te komen werken. Deze praktijk was nieuw voor Japan, aangezien Japanse werknemers in die tijd meestal hun hele leven voor hetzelfde bedrijf bleven werken. De toestroom van deze nieuwe werknemers en hun kennis zou een grote meerwaarde blijken voor Sony. Ook inspireerde Morita andere Japanse bedrijven om hetzelfde te doen. Door hun goede contacten met het buitenland speelde Sony een grote rol in de ontwikkeling van Japan als een exportnatie in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Morita nam in 1971 de positie van president over van Ibuka.

Vanaf het begin van 1980 begon het bergaf te gaan voor Sony. De omzet van het bedrijf daalde aanzienlijk en ze werden gedwongen de prijzen van hun producten te verlagen. Sony dreigde, net zoals veel andere elektronicabedrijven in de jaren tachtig, failliet te gaan. Net op dat moment werd Norio Oga echter verkozen als president van Sony. Hij zorgde ervoor dat onder meer de compact disc ontwikkeld kon worden en in 1982 op de markt werd gebracht. Ook speelde hij een grote rol in de uitbreiding van Sony Entertainment door de ontwikkeling van de PlayStation in 1994. Daarbij kocht hij eind jaren tachtig CBS Records en Columbia Pictures op, die later respectievelijk Sony Music Entertainment en Sony Pictures Entertainment zouden worden. De opkoop van Columbia Pictures door Sony was de grootste overname van een Amerikaans bedrijf door een Japanse firma ooit en zorgde voor heel wat ophef in de Verenigde Staten.[7] Deze ophef werd mede veroorzaakt door de publicatie van The Japan That Can Say No ("no"と言える日本, no to ieru nihon) in 1989, een essay geschreven door Morita in samenwerking met de Japanse nationalist Shintaro Ishihara. In dit werk werd beweerd dat Japan sterker was geworden dan de VS en hun dus ook niet meer nodig had.

Met Morita en diens opvolgers aan het roer heeft Sony agressief kunnen uitbreiden naar nieuwe domeinen. Zo namen ze in 2002 Aiwa corporation over en in 2004 fuseerde Sony Music Entertainment met BMG (Bertelsmann) tot Sony BMG Music Entertainment. Later in datzelfde jaar werd ook Metro-Goldwyn-Mayer Pictures Inc. overgenomen. Het uiteindelijke doel was om film, muziek enzovoort te linken via internet om zo tot een geheel te komen. Deze visie en de daaraan verbonden uitbreiding kwamen het bedrijf echter niet ten goede. Om die reden werd Howard Stringer in 2005 aangesteld als bestuursvoorzitter en CEO. Hiervoor was hij al bestuursvoorzitter en CEO van Sony Corporation of America en vicevoorzitter, CEO en COO van de Sony Entertainment Business Group. Op 7 maart 2005 nam hij officieel de functie van Nobuyuki Idei, toenmalig CEO en voorzitter van Sony, over. Op dezelfde dag werd ook aangekondigd dat Kunitake Ando zou aftreden en dat Ryoji Chubachi hem zou vervangen in zijn rol als president. Stringer was de eerste buitenlander die aan het hoofd kwam te staan van een groot Japans elektronicabedrijf. Hij wilde het bedrijf erbovenop helpen door opnieuw te focussen op elektronica en enkele andere maatregelen zoals het terugdringen van het aantal werknemers. Bovendien streefde hij ernaar de samenwerking tussen verschillende bedrijfsonderdelen te vergroten. Ondanks zijn inspanningen werd Sony geconfronteerd met een constante financiële strijd.

Recente jaren

Stringer werd in 2012 vervangen door Kazuo Hirai. Kort na zijn aanstelling introduceert Hirai een nieuw initiatief, One Sony genaamd. Dit initiatief was bedoeld Sony te laten herleven na jaren van financiële verliezen. Het stelde voor om de focus van Sony als elektronicabedrijf te verschuiven naar drie groeiende domeinen, namelijk mobiele technologie, gaming en beeldtechnologie. Ook wilde hij het verlies dat het bedrijf draaide in de televisiesector inperken.

Sony verkocht in 2014 de divisie Vaio personal computer business aan een in Tokio gevestigd beleggingsfonds van Japan Industrial Partners Inc. Daarbij beslist het bedrijf ook om hun televisiesector te splitsen in een poging deze sector terug winstgevend te maken. Ze slagen echter niet in hun opzet. Op het einde van datzelfde jaar werd Sony Pictures Entertainment gehackt door een groep die zichzelf de "Guardians of Peace" noemt. Deze groep eiste dat de film The Interview, die de spot zou drijven met Noord-Korea en diens leider, niet in Japan zou uitkomen.[8] Noord-Korea werd een hele tijd verdacht, maar ontkende elke betrokkenheid. De echte daders achter de hack zijn (nog) niet bekend.

In februari 2015 kondigde Sony aan dat het de audio- en videosectie tegen oktober van dat jaar in een apart bedrijf zou willen onderbrengen.[9] Hirai, die nog altijd president en CEO is, meldde ook dat Sony zich in 2015 vooral zou richten op de meest winstgevende sectoren, waaronder de gaming-industrie. Ook zei hij dat verdere herstructureringen of sluiten van enkele verlieslatende ondernemingen binnen Sony niet wordt uitgesloten.

Sony's kracht

De kracht van Sony is het vermarkten van tamelijk dure, mooi ontworpen, hoog-technologische consumentenelektronica. In de jaren negentig brak Sony bijvoorbeeld de markt van de spelconsoles open. Tot dan toe was die verdeeld geweest tussen Sega en Nintendo. Sony is min of meer verantwoordelijk voor het feit dat Sega geen consoles meer verkoopt.

Sony is ook groot geworden door jarenlang de marktleider te zijn in Japan in veel van de markten binnen de consumentenelektronica. Door hypes en rages te starten (onder meer met de walkman), waar Japanners over het algemeen dol op zijn, bereiken zij binnen een bepaalde sector vaak in één klap een groot marktaandeel door de introductie van een nieuw model.

Mediaconglomeraat

Sony wordt tegenwoordig ook aangeduid als een mediaconglomeraat, dat slaat op het grote aantal film, televisie en muziekbedrijven die het bedrijf bezit. Hoewel het bedrijf begon als een elektronicafabrikant, is het sinds de jaren 80 zich ook gaan ontwikkelen naast de consumentenelektronica, in het begin voornamelijk door middel van grote overnames, waarbinnen de overnames van CBS Records, Columbia Pictures, Metro-Goldwyn-Mayer, Screen Gems en de MGM Studios (tegenwoordig Sony Pictures Studios) vallen. Door die ontwikkeling is Sony richting de media een van de grootste spelers op het gebied van muziek, televisieproductie en film geworden.

Film

Sony Pictures Entertainment is een van de grootste filmstudio's ter wereld en uitermate dominant op de wereldwijde filmindustrie. Columbia TriStar Motion Picture Group (Columbia Pictures, TriStar Pictures en Sony Pictures Classics), Metro-Goldwyn-Mayer (MGM), United Artists (door de overname van MGM) en Triumph Films maken onder andere deel uit van de Sony Pictures Entertainment Group.

Muziek

In 1988 nam Sony Columbia Music/CBS Records over. Columbia werd omgedoopt in Sony Music Entertainment Group en vormde in 2004 een joint venture met BMG Music van Bertelsmann. De nieuwe combinatie heet Sony BMG Music Entertainment. In dit bedrijf bezitten Sony en BMG ieder vijftig procent van de aandelen. De combinatie Sony BMG, samen met het grootste muziekconcern ter wereld Universal Music Group, beheerst zestig procent van de wereldwijde muziekmarkt, waardoor veel kleinere muzieklabels tegen het samengaan van BMG met Sony Music waren. Toch keurden zowel de Amerikaanse toezichthouder Securities and Exchange Commission als de Europese Commissie de fusie goed.

Producten en bezittingen

Producten

Sony's zelfontwikkelde Minidisc, destijds bedoeld als opvolger van de cassettebandjes
Sony A77

Bekende producten en technologieën van Sony zijn onder andere:

  • AIBO (huisdierrobots)
  • Alpha (digitale spiegelreflexcamera's voor hobbyisten en professionals)
  • Betacam (videobanden voor professionals)
  • Betamax (videobanden voor consumenten; beëindigd in 2016)
  • Blu-ray (optische schijven; ontwikkeld met Philips)
  • BRAVIA (lcd/oled-televisies)
  • Cell (microprocessoren; ontwikkeld met Toshiba en IBM)
  • Compact disc (optische schijven; ontwikkeld met Philips)
  • Cyber-shot (digitale fotocamera's voor consumenten)
  • DAT (cassettes; beëindigd in 2005)
  • Discman (draagbare cd-spelers; beëindigd in 2000)
  • Diskettes (3½ inch; beëindigd in 2011)
  • Dvd (optische schijven; ontwikkeld met Philips, Toshiba en Panasonic)
  • Handycam (camcorders)
  • Memory Stick (geheugenkaarten)
  • Minidisc (magneto-optische schijven; beëindigd in 2013)
  • MiniDV (cassettes)
  • PlayStation (spelcomputers en draagbare spelcomputers)
  • S/PDIF (digitale audio; ontwikkeld met Philips)
  • SDDS (bioscoopgeluidssysteem)
  • Trinitron (beeldbuistelevisies; beëindigd in 2008)
  • UMD (optische schijven)
  • VAIO (personal computers; verkocht in 2014)
  • Video8/Hi8/Digital8 (videobanden)
  • Walkman (draagbare audio-/videospelers)
  • XDCAM (digitaal opnemen voor professionals)
  • Xperia (smartphones en tablets)

Bezittingen

Enkele van de bekendste bezittingen van Sony omvatten:

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.