Socialistische Partij (Nederland)

De Socialistische Partij (afgekort: SP) is een Nederlandse politieke partij en heeft een socialistische signatuur.

Socialistische Partij
Personen
PartijvoorzitterJannie Visscher
PartijleiderLilian Marijnissen
Fractieleider in de Tweede KamerLilian Marijnissen
Fractieleider in de Eerste KamerTiny Kox
Mandaten
Zetels Tweede Kamer
14 / 150
Zetels Eerste Kamer
4 / 75
Zetels Europees Parlement
0 / 29
Geschiedenis
Opgerichtoktober 1971 (als Kommunistiese Partij Nederland/Marxisties Leninisties)
Afsplitsing vanKEN
Algemene gegevens
Actief inNederland
RichtingLinks[1]
IdeologieSocialisme
Sociaaldemocratie
Euroscepsis
Kleuren     Rood
JongerenorganisatieROOD
Wetenschappelijk bureauWetenschappelijk Bureau van de SP
Europese fractieEuropees Unitair Links/Noords Groen Links (tot 2019)
Websitewww.sp.nl
Portaal    Politiek
Nederland

De SP is voortgekomen uit de maoïstische beweging van de jaren zeventig. Sindsdien heeft de partij een geleidelijke ideologische verandering ondergaan richting de sociaaldemocratie.[2][3] De SP staat sinds haar aantreden in de Eerste en Tweede Kamer een aanzienlijk gematigder socialisme voor, maar is wel de meest uitgesproken linkse partij in de Nederlandse volksvertegenwoordiging gebleven. Het beginselprogramma van de SP formuleert fundamentele kritiek op het kapitalisme. Daarnaast onderscheidt de SP zich van de andere linkse partijen, PvdA en GroenLinks, door een eurosceptische houding.

De SP is sinds mei 1994 vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2017 behaalde de SP veertien Kamerzetels. De partij heeft vier zetels in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. De twee zetels in het Europees Parlement gingen verloren bij de Europese parlementsverkiezingen in 2019.

Historie

Landelijk partijbureau van de SP, Amersfoort

Wortels

In Onze Partij (1974) beschrijft de SP hoe in 1963 twee Rotterdamse CPN'ers, de pijpfitter Daan Monjé en de zakenman Nico Schrevel, in De Waarheid, het partijblad van de CPN, lazen dat er een scheuring had plaatsgevonden in de internationale communistische beweging tussen de Sovjet-Unie en China.[4] Omdat de CPN partij koos voor de Sovjets, traden de twee dissidente communisten in 1964 naar buiten met het op de ideeën van de Chinese leider Mao Zedong georiënteerde Marxistisch-Leninistisch Centrum (MLC). Een jaar later werd het MLC omgedoopt tot Marxistisch-Leninistisch Centrum Nederland (MLCN). In de wandeling door diverse partijen 'De groep Schrevel' genoemd.[5] Door verzet in de Rotterdamse CPN-afdeling werd het tweetal pas begin 1966 uit de CPN gezet. Schrevel en Monjé stonden in deze periode in contact met de Chinese ambassade in Nederland, waardoor het MLC(N) vanaf het begin financieel gesteund werd door China.[6][7] Monjé reisde in 1965 voor het eerst naar China, waar hij lid werd van Mao's Rode Garde. In 1967 reisde Monjé een tweede maal naar China, waarop hij tot erelid van de Rode Garde benoemd werd.

Ook de Binnenlandse Veiligheidsdienst hielp, door middel van een infiltrant, mee om de partij groter te maken. De bedoeling van de inlichtingendienst was Nederlandse contacten met communistisch China onder controle te houden.[8] De infiltrant werd echter in de loop van 1968 ontmaskerd. Een tweede infiltrant was grotendeels verantwoordelijk voor de afdeling Amsterdam en drong door tot het bestuur, maar vertrok in 1971.[9]

Met de in 1968 uit het MLCN verwijderde infiltrant Peter Boeve als leider, organiseerde de Binnenlandse Veiligheidsdienst rond 1970 de Marxistisch-Leninistische Partij Nederland (MLPN). Die dus – zoals de BVD en Boeve zelf later onthulden – een schijnorganisatie was van de Binnenlandse Veiligheidsdienst.

Het MLCN zelf ging in 1970 verder als Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (officieel: Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland-marxistisch-leninistisch). Schrevel en Monjé behoorden tot de leiding van de KEN-ml. De partij kreeg meteen bekendheid door een succesvolle wilde staking van havenarbeiders in Rotterdam te ondersteunen. De vakbonden en de CPN hadden eerder geweigerd de staking te erkennen. Schrevel en Monjé reisden in 1970 opnieuw naar China, waar ze een aanzienlijke financiële injectie overeenkwamen.[10][11] Een deel van dit geld werd direct gebruikt om een drukpers aan te schaffen.

Monjé splitste zich met een aantal getrouwen in 1971 af van de KEN-ml, nadat hij en Schrevel gebrouilleerd waren geraakt. In oktober 1971 werd hierop de Kommunistiese Partij Nederland/Marxisties Leninisties (KPN/ML) opgericht. De reden voor de scheuring was een meningsverschil over de rol van intellectuelen in de communistische strijd. Monjé was, evenals onder andere de afdeling Nijmegen, van mening dat de 'hoofdarbeiders' (intellectuelen) niet 'de voorhoede van het proletariaat' vormden, maar de 'achterhoede', zoals in het allereerste nummer van het partijblad Tribune werd uitgelegd. De intellectuelen zouden verplicht in de fabriek moeten gaan werken, zoals velen al deden. Schrevel, gesteund door onder andere de afdeling Tilburg, zag niets in deze verplichting. Na de afsplitsing bleef zijn organisatie tegen de afspraken in de naam KEN-ml gebruiken, terwijl Monjé van zijn kant een aanzienlijk – volgens interne SP-geruchten enorm – bedrag aan Chinees geld buiten de te verdelen boedel hield.

Beginjaren SP

De leiding van de KPN/ML kwam in handen van Monjé en de Nijmegenaren Hans van Hooft sr. en Koos van Zomeren. Van Hooft werd partijvoorzitter en was naar buiten de leider, intern deelde Monjé echter de lakens uit. Hij bleek daarbij ook het financiële brein van de partij te zijn. Vlugschriften werden niet uitgedeeld maar verkocht, hetgeen zowel een vaste kring van lezers als inkomsten voor de partijkas inhield. Nog lang gold binnen de partij het adagium dat "een actie zichzelf moet bedruipen," bijvoorbeeld door vrijwillige bijdragen van omstanders, een unicum binnen de actiewereld. Monjé had daarbij nog een spaarpotje achter de hand, namelijk het geld dat hij in 1971 in China had gekregen. Door de relatief goede financiële situatie kon de partij in 1976 een eigen partijpand in Rotterdam aanschaffen, dat tot juni 2012 dienst bleef doen als partijhoofdkwartier.

De naam KPN/ML werd in oktober 1972 veranderd in Socialistiese Partij (SP), geschreven in de alternatieve, fonetische spelling. Als reden voor de naamswijziging wordt wel genoemd dat het de partij minder vastpinde op één bepaalde ideologie. Een andere reden was dat een naam met drie 'ismen' erin te moeilijk zou zijn om te begrijpen voor het arbeiderselectoraat van de partij. Door een populistische inslag en het gebruik van diverse mantelorganisaties (in jargon "massaorganisaties") werd de SP de meest succesvolle van de vele maoïstische partijtjes: tegen het eind van de jaren zeventig had de partij enkele duizenden leden.[12] Reden voor het gebruik van de massaorganisaties was de mogelijk afschrikkende werking van het etiket "socialistisch", vooral in het conservatieve Noord-Brabant waar de partij haar basis had. Onder de mantelorganisaties bevonden zich de eigen vakbond Arbeidersmacht, de gezondheidsorganisatie Voorkomen is Beter, de Bond voor Huurders en Woningzoekenden en het Milieuactiecentrum Nederland. Ook was er een huisartsenpost, Ons Medies Centrum, in Oss. Het gebruik van geweld als middel in de klassenstrijd werd afgezworen.[13]

Demaoïsatie

In de tweede helft van de jaren zeventig transformeerde de SP zowel ideologisch als organisatorisch in de richting van een sociaaldemocratische partij. De historicus Gerrit Voerman spreekt over een proces van "demaoïsatie"' dat in 1975 ingezet werd, toen de SP tegenover de Chinese ambassadeur in Nederland haar ongerustheid uitte over de Chinese buitenlandse politiek:[14] Wel werden Mao's geschriften, samen met die van Stalin, tot juni 1977 als scholingsmateriaal te koop aangeboden in het partijblad De Tribune. De aan Mao's Rode Boekje ontleende leus 'Durf te strijden, durf te winnen!' werd in 1980 van de voorpagina verwijderd.[11]

China richtte zich steeds openlijker tegen de Sovjet-Unie in plaats van tegen het kapitalisme.[15] Het warme onthaal van de Amerikaanse president Nixon in Peking was al reden voor flinke ergernis, maar de oproep aan westerse maoïstische partijen om de NAVO te steunen was het breekpunt voor de SP.

Gedurende de jaren tachtig nam de invloed van Monjé binnen de partij af.[16] Hij overleed in 1986. Het zwaartepunt van de beweging was inmiddels verschoven naar de industriestad Oss, waar de partij sinds 1974 in de gemeenteraad vertegenwoordigd was. De ex-lasser Jan Marijnissen was een van de drijvende krachten achter dat succes geweest. Na het overlijden van Monjé in 1986 nam hij de dagelijkse leiding van de partij over. Anders dan Schrevel en Monjé destijds, was Marijnissen weinig geïnteresseerd in de vraag welke socialistische ideologie nu precies de meest correcte was. Het etiket maoïstisch verdween onder zijn leiding definitief uit beeld: politicoloog Ruud Koole schaarde de SP in 1995 nog slechts om historische redenen onder de communistische partijen.[17]

"Gastarbeid en kapitaal"

In 1983 publiceerde de SP het rapport Gastarbeid en kapitaal, waarin de rol van gastarbeiders binnen de klassenstrijd en het gevaar van de islam in Nederland uiteen werd gezet. Conclusie van het rapport was dat opeenvolgende kabinetten hebben nagelaten een duidelijk immigratiebeleid te voeren ten aanzien van gastarbeiders en 'het kapitaal' geen strobreed in de weg hebben gelegd bij hun 'manipulaties' met gastarbeiders. Dit leidde volgens de SP enerzijds tot slechte woon- en werkomstandigheden en aanpassingsproblemen voor immigranten en anderzijds tot onbegrip tegenover nieuwkomers bij autochtone Nederlanders.

"Bij ons onderzoek zijn wij al vrij snel tot de konklusie gekomen dat de problemen vooral groot worden bij die mensen die van het platteland komen, de islamitiese godsdienst belijden en zich waarschijnlijk daardoor moeilijk kunnen aanpassen aan de werk- en leefgewoonten van ons land. Wij vinden die mensen hoofdzakelijk bij de uit Turkije en Marokko afkomstige gastarbeiders en hun gezinnen. De achterstand in ontwikkeling ten opzichte van ons land en de konsekwente opvattingen die zij over hun (islamitiese) geloof hebben, maken dat zij hoegenaamd kansloos in onze maatschappij staan."

De SP was met name bang dat het bestaan van gastarbeiders 'het kapitaal' de mogelijkheid gaf via een verdeel-en-heers-principe arbeiders af te houden van "de strijd die zij werkelijk moeten voeren".[18]

Als oplossing stelde de SP voor dat gastarbeiders een keuze moesten maken; in Nederland blijven of remigreren naar het geboorteland. Buitenlanders die kiezen voor een toekomst in Nederland dienen binnen enkele jaren de Nederlandse nationaliteit aan te nemen en

"zullen ook speciale kursussen moeten krijgen, waarbij voorrang zal moeten hebben de Nederlandse taal en vervolgens Nederlandse zeden en gewoonten. In ieder geval zullen zij, zoals een gemiddelde Nederlander ook, op de hoogte moeten zijn met wat hun rechten en plichten zijn."

Voor gastarbeiders die naar het land van herkomst terugkeren,

"moet een dusdanige regeling worden getroffen dat het mogelijk wordt om in eigen land weer een bestaan op te bouwen".

De SP dacht daarbij aan een premie van 75.000 gulden en terugbetaling van een deel van de sociale lasten, al naargelang reeds ontvangen uitkeringen, en begeleiding bij terugkeer.

De brochure veroorzaakte een storm aan kritiek, onder andere van het communistische dagblad De Waarheid en partijen als de CPN en de PSP, maar ook van het CDA, de VVD en de psycholoog/columnist Piet Vroon.[19][20] De SP werd ervan beschuldigd op jacht te zijn naar Janmaat-stemmers en er vielen termen als "cryptofascisten". De Anne Frank Stichting noemde de partij racistisch. De premie van 75.000 gulden kreeg het negatieve predicaat "oprotpremie". De negatieve reacties leidden ertoe dat de partij het onderwerp vanaf 1985 meed.[20] Later, vooral na de opkomst van Pim Fortuyn in 2001, zou Jan Marijnissen aan het rapport refereren als 'bewijs' dat juist de SP het 'integratieprobleem' al vroeg had erkend, echter zonder het bij naam te noemen.[21] Ook andere SP'ers geven aan nog steeds trots op de brochure te zijn, zoals Emile Roemer in zijn allereerste persconferentie op 5 maart 2010.

Landelijke opkomst

In 1991 herdefinieerde de partij haar ideologische standpunten door zich definitief af te keren van het marxisme-leninisme. Hiervoor kwamen de kernbegrippen menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van mensen en de solidariteit tussen mensen in de plaats. In datzelfde jaar ging de partij over tot het toekennen van een volwaardig lidmaatschap aan alle steunleden, al ging dat niet van een leien dakje. In 1991 ontstond er landelijke ophef inzake de afdeling Arnhem rond het dissidente SP-lid Adriaan Slooff toen vergaderingen niet mochten worden genotuleerd. Maar de partij groeide wel en werd de vijfde in Nederland qua ledenaantal. In maart 1993 werd de naam van de partij weer veranderd in Socialistische Partij, omdat de oude 'fonetiese' spelling achterhaald werd geacht.

In 1994 kwam de partij voor het eerst in de Tweede Kamer, met een fractie van 2 leden: Jan Marijnissen en Remi Poppe. De leuze die bij deze verkiezingen gevoerd werd was "stem tegen, stem SP". Ook bij de Provinciale Statenverkiezingen 1995 boekte de partij winst, en behaalde voortvloeiend hieruit haar eerste zetel in de Eerste Kamer. Na de verkiezingen van 6 mei 1998 werd het aantal Kamerzetels vijf. Bij de verkiezingen van 15 mei 2002 haalde de SP 9 zetels. Bij de verkiezingen op 22 januari 2003 wist de SP voor het eerst geen zetelwinst te behalen. Wel was er een kleine stemmenwinst, en door het verlies van andere partijen (LPF en GroenLinks) werd de SP de op drie na grootste partij in de kamer. De leus bij deze verkiezingen was "stem vóór, stem SP"; dit om het negatieve imago van de SP als "Tegenpartij" af te schudden. Bij de verkiezingen op 22 november 2006 boekte de SP een enorme overwinning en kwam op 25 zetels. Ze werd daarmee de derde partij in de Kamer, achter de PvdA en het CDA, maar voor de VVD die maar 22 zetels haalde. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 verloor de SP flink (Kant trad af, Emile Roemer volgde haar op) en ook bij de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni 2010: van 25 zetels terug naar 15. Een opvallend detail is dat de partij ook in het SP-bolwerk Oss, de woonplaats van Jan Marijnissen, verloor. Na een gestage zetelgroei tot 15 raadszetels in 2002, zakte de SP in 2006 tot 11 en in 2010 tot 9 zetels, maar is nog wel de grootste gemeentefractie in Oss. De opkomst van de lokale partij VDG (8 zetels in 2010) en ook de PVV, speelt de SP parten. Het verlies in Oss heeft deels te maken met een gemeentelijke herindeling, waardoor dorpen met een grotere VVD-aanhang ook onderdeel werden van de gemeente Oss.

SP'ers bij een demonstratie in Brussel, maart 2005

Gerekend naar ledental was de SP al voor 2003 de vierde partij van Nederland (27.291 leden in 2002; 43.000 op 4 december 2003). In 2004 bereikte de SP qua ledenaantal de derde plaats met 44.299 leden (1-1-2005). In 2006 telde de SP 50.740 leden (1-1-2007) en in 2007 50.238 (1-1-2008). Nadien is het ledental wat teruggelopen.[22]

Sommige als radicaal-links en/of trotskistisch beschouwde groeperingen raden hun leden aan om (actief) lid te worden van de SP, omdat zij menen dat het oprichten en opbouwen van een eigen partij op korte termijn minder praktisch is dan het versterken en eventueel omvormen van "de enige Nederlandse arbeiderspartij". Dergelijke groeperingen zijn onder andere Offensief, de Internationale Socialisten en de SAP.[23]

Conflicten

De SP haalde bij de verkiezingen in 2003 negen zetels. Op 2 februari 2004 werd Ali Lazrak uit de fractie gezet wegens een conflict met de SP. Hij ging hierna verder als eenmansfractie, waardoor de SP een zetel verloor. Volgens Lazrak gedroeg Marijnissen zich autoritair, volgens de SP hield Lazrak zich niet aan gemaakte afspraken, met name over de afdrachtregeling.

In 2007 werd Düzgün Yildirim met voorkeurstemmen van leden uit de Provinciale Staten uit Overijssel en Drenthe tot Eerste Kamerlid gekozen. Een ruime meerderheid van de landelijke partijraad vroeg, in navolging van het partijbestuur, aan Yildirim om zijn zetel op te geven, waarop Yildirim zijn functies binnen de partij neerlegde. Nadat zijn weblog op de webservers van de SP was afgesloten, opende Yildirim zijn eigen weblog en werd het Comité Democratisering Socialistische Partij opgericht. Op 12 juli ontstond commotie nadat algemeen secretaris Hans van Heijningen besloot om een voorgenomen artikel in het partijblad Tribune tegen te houden, volgens Van Heijningen omdat het artikel onevenwichtig was en slechts één kant van de zaak belichtte.[24] Elma Verhey, hoofdredacteur van de Tribune, weigerde volgens Van Heijningen om het artikel terug te trekken en mee te werken aan een alternatief, waarna zij door het partijbestuur geschorst werd.[25][26] Verhey zelf geeft een andere lezing van de gang van zaken: zij zou juist overleg over 'meer weerwoord' hebben voorgesteld. Van Heijningen zou dit geweigerd hebben en dezelfde avond een eindredacteur opdracht gegeven hebben een alternatief stuk te schrijven.[27] Uiteindelijk werd Yildirim op 7 september 2007 uit de partij gezet.

Vertrek Marijnissen als fractieleider

Op dinsdag 17 juni 2008 maakte Jan Marijnissen in een persconferentie bekend dat hij om gezondheidsredenen afscheid nam als fractieleider. Tevens gaf hij aan wel lid van de Tweede Kamerfractie te zullen blijven en zijn termijn als partijvoorzitter te zullen uitdienen, een functie die in de SP als belangrijker wordt gezien dan die van fractieleider. In hetzelfde jaar ging hij werken als interviewer voor de televisiezender Het Gesprek. Agnes Kant werd uiteindelijk op vrijdag 20 juni als zijn opvolger gekozen. Ze had zich als enige kandidaat gesteld.

In 2009 kwam er ook een wijziging in het leiderschap op het Europese vlak. Dennis de Jong verving Erik Meijer als eerste kandidaat op de lijst.

Agnes Kant opgevolgd door Emile Roemer

Op 4 maart 2010 maakte Agnes Kant bekend dat zij, naar aanleiding van de tegenvallende resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van de voorgaande dag, direct aftrad als fractieleider voor de SP en zich ook terugtrok als lijsttrekker voor de aanstaande Kamerverkiezingen. Op 5 maart 2010 werd Emile Roemer gekozen als nieuwe fractievoorzitter.[28] Bij de Kamerverkiezingen in juni 2010 behaalde de SP 15 zetels, een verlies van 10 zetels ten opzichte van het resultaat in 2006. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 werd dit aantal geëvenaard, hoewel de partij in de maanden daarvoor erg hoog in de peilingen had gestaan. In 2015 werd Ron Meyer met steun van het partijbestuur gekozen om Jan Marijnissen als partijvoorzitter op te volgen, waarmee hij de tegenkandidaat Sharon Gesthuizen versloeg.

Lilian Marijnissen als fractievoorzitter in de Tweede Kamer

Roemer maakte op 12 december 2017 aan zijn fractie bekend per januari 2018 terug te treden als partijleider. Hij was van mening dat de partij een stap vooruit kon zetten met een nieuwe leider.[29] Binnen de Tweede Kamerfractie stelden Sadet Karabulut en Lilian Marijnissen zich kandidaat om Roemer als fractievoorzitter op te volgen. Marijnissen werd gekozen. Zij is een dochter van voormalig partijleider Jan Marijnissen en was eerder vakbondsbestuurder bij de FNV en gemeenteraadslid in Oss.

Op 20 maart 2019 verloor de SP de Provinciale Statenverkiezingen 2019. Na de val tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2017 toen de SP niet kon profiteren van het enorme verlies van de PvdA en het verlies tijdens de Gemeenteraadsverkiezingen 2018 de derde keer op rij. Ook in aanloop naar de Europese Parlementsverkiezingen 2019 toen de SP met het spotje Hans Brusselmans de ongeloofwaardigheid wilde aantonen van PvdA-eurocommissaris Frans Timmermans werd juist het tegenovergestelde bereikt: die partij hield geen enkele zetel over in het Europees Parlement.

Organisatie

Werkwijze

De SP wordt gekenmerkt door een sterke nadruk op buitenparlementair activisme,[30] dat onder andere vorm krijgt als kosteloze sociale dienstverlening (bijvoorbeeld hulp aan minima bij het aanvragen van subsidies, hulp aan voedselbanken in samenwerking met verschillende kerken, benevens hulp aan ouderen bij het invullen van hun belastingformulieren en dergelijke), publieksacties op specifieke (beleids-)onderwerpen, demonstraties en soms zelfs kraken. Binnen de SP geldt het adagium geen fractie zonder actie: volksvertegenwoordigers moeten zich ook "op straat" laten zien. Een relatief groot deel van de leden is actief, hetzij in de voorgenoemde bezigheden, hetzij met het bezorgen van het partijblad of het voeren van campagnes.

De SP wordt door de historicus Voerman als populistisch gekenmerkt, vanwege haar sterke identificatie met het 'gewone volk' (de arbeidersklasse); een houding die volgens Voerman een erfenis is van het maoïstische concept van de 'massalijn'.[31][32] Volgens deze leerstelling moet een arbeiderspartij zich 'als een vis in het water' onder de bevolking begeven en haar wensen politiek vertalen, in plaats van een politiek program van bovenaf te presenteren om vervolgens hiervoor steun te vergaren; in de woorden van Jan Marijnissen, 1974: "het gaat er niet om wat wij vinden, maar wat de mensen van ons willen."[31]

Structuur

Het hoogste orgaan binnen de SP is de partijraad die ten minste viermaal per jaar bijeenkomt. De dagelijkse leiding van de partij is in handen van het dagelijks bestuur, dat onderdeel uitmaakt van het partijbestuur. Het congres komt bijeen om verkiezingsprogramma's, kandidatenlijsten, congresstukken en beginselprogramma's vast te stellen.

De partijraad bestaat uit de voorzitters van de SP-afdelingen en de leden van het partijbestuur, en vergadert onder leiding van het partijbestuur. Iedere vertegenwoordiger van een afdeling heeft stemrecht, in principe vindt stemming hoofdelijk plaats, bij aanvraag kan tot gewogen stemming overgegaan worden, waarbij iedere 50 leden van een afdeling als één stem gelden, partijbestuurders hebben altijd één enkele stem.

Het partijbestuur bestaat uit een in functie gekozen voorzitter en algemeen secretaris, dertien algemene bestuursleden, 20 regiobestuurders en de fractievoorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en het Europees parlement. Het bestuur komt in principe één keer per maand bijeen. Het partijbestuur kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur.

Bestuur

Na de voor de SP slecht verlopen Europese Parlementsverkiezingen 2019 besloot Ron Meyer af te treden als voorzitter. Hij werd in december 2019 opgevolgd door Jannie Visscher. Ook een deel van de overige bestuursleden is vervangen.

Electoraat

Hoewel de aanhang van politieke partijen in de 21e eeuw niet meer zo constant is als in het grootste deel van de 20e eeuw en verkiezingsuitslagen behoorlijk kunnen schommelen, valt de opmars van de SP in met name de periode 2003-2006 op. Tussen 1999 en 2007 is haar aanhang verdubbeld. De aanhang is tot 2009 stabiel gebleven, waarna deze daalde in 2010. De partij heeft vooral veel aanhang in het zuidoosten van Nederland, met name in het noordoosten van Noord-Brabant en het oosten van Zuid-Limburg, en ook in Oost-Groningen. Belangrijkste bolwerken zijn Oss (Jan Marijnissen), Cuijk, Boxmeer (Emile Roemer), Schijndel en Uden in Noord-Brabant, Heerlen (Jan de Wit), Brunssum, Landgraaf en Kerkrade in Zuid-Limburg, Nijmegen en Doesburg (Agnes Kant) in Gelderland en Reiderland en Pekela in Oost-Groningen.

De gemeente waar de SP bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 procentueel de meeste stemmen haalde was Boxmeer (31,68%) in de provincie Noord-Brabant. Minder aanhang heeft de partij in gebieden waar veel behoudende kiezers wonen, zoals de Bijbelgordel. Opvallend was ook het zetelverlies in Oss, waar de SP in 2010 12% daalde ten opzichte van de vorige verkiezingen, in 2006. De SP bleef echter nog wel de grootste partij.

Leden

Ledenaantallen SP
Leden SP
JaarAantal ledenJaarAantal ledenJaarAantal ledenJaarAantal leden
1990200026.198201046.507202031.977
1991200126.553201146.308
199215.122200227.291201244.186
199315.517200336.406201345.815
199415.978200443.389201444.242
199516.899200544.299201542.679
199617.056200644.853201641.710
199719.926200750.740201739.571
199821.975200850.238201836.465
199925.052200950.444201936.286

Bron: SP – ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen)

Symbolen

Tot 1976[33] hanteerde de SP als symbool een gestileerd rijtje portretten van Marx, Engels, Lenin en Mao. Dit verscheen onder andere op de voorkant van het ledenblad Tribune. Hamer en sikkel werden nauwelijks gebruikt, vanwege de associatie met het Sovjet-communisme. De SP gebruikte jarenlang een gestileerde rode vlag als logo, totdat de tomaat werd geïntroduceerd. De ster is wel terug te vinden als kroontje in de in 2006 geïntroduceerd nieuwe tomaat en als logo van de jongerenorganisatie ROOD.

Tomaat

Sinds 1994 gebruikt de SP een tomaat als logo. Deze staat volgens de SP symbool voor protest. Tegelijk werd de verkiezingsleuze "Stem tegen, stem SP" geïntroduceerd. Daarnaast hanteerde de partij een rood beeldmerk met de letters SP erin; dat werd gaandeweg steeds meer vervangen door de tomaat, die steeds vaker werd afgebeeld met bewegingsstreepjes en een asymmetrisch kroontje om te suggereren dat hij naar rechts wordt gegooid. Het logo werd, onder andere op promotiegadgets, posters en kleding, vaak afgebeeld op een blauwe kleur. In 2002 werd de leuze vervangen door "Stem voor, stem SP"; de uitdrukking van de veranderde houding van de SP, van pure oppositiepartij ('tegenpartij') tot regeringsalternatief (onder het motto: als je ergens tégen bent, dan ben je vóór iets anders}.

De SP heeft daarnaast in 2001 voor de leden een eigen e-mailprovider opgericht: Tomaatnet.

Thonik

In 2006 werd de huisstijl van de SP radicaal omgegooid door ontwerpbureau Thonik. De vliegende tomaat werd vervangen door een gestileerde variant, met een ster als kroontje. Over de ster verklaarde Jan Marijnissen in een Penthouse-interview: “Of het nou Che Guevara of Heineken of de ster van Bethlehem is, het is gewoon een krachtig symbool, daarom hebben we ervoor gekozen.”[34] Het nieuwe logo is wat strakker en minder speels, en de tomaat is minder duidelijk, aansluitend bij het streven van de SP om minder als een oppositiepartij en meer als een alternatief gezien te worden. In het logo komt de tomaat ook laag rechts van de letters SP, waarbij het tevens een punt achter de partijnaam symboliseert. Naast het logo werd ook de lay-out van de website veranderd, onder meer met het lettertype Impact voor kopjes. Voor affiches gebruikte men eerder blokkerige letters met de kleuren donkergrijs (achtergrond), wit, gifgroen en roze of rood. Nu is de algemene achtergrondkleur wit en de typografie rood. Maar bij 'marketing-tools', zoals jacks, jasjes en schorten, is de kleurstelling precies andersom; wit op rood.

Thonik werd in 2006 bekroond met de Design Prijs voor de presentatie van de campagne van de SP voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2006. In 2008 won het bureau een Gouden Loeki met de productie van de tv-reclameboodschap 'Thuiszorg' waarin de situatie in de Nederlandse thuiszorg aan de kaak wordt gesteld.

Publicaties

Het partijblad van de SP, dat alle leden ontvangen, heet al sinds de oprichting Tribune. Deze naam is ontleend aan het gelijknamige CPN-partijblad (tot 1935), en aan het KEN-partijblad, de Rode Tribune. In de beginjaren van de SP was het verkopen (colporteren) van de Tribune een belangrijke bron van inkomsten voor de partij. In juli 2007 werd hoofdredactrice Elma Verhey door de partijtop geschorst vanwege haar voornemen om in de Tribune een artikel[35] te plaatsen over de discussies binnen de partij over de kwestie-Düzgün Yildirim.[36]

De jongerenafdeling ROOD, jong in de SP geeft ook een gratis jongerenkrant uit. Onder de naam Code ROOD verschijnt deze enkele keren per jaar.

De SP heeft een wetenschappelijk bureau, dat simpelweg "Wetenschappelijk Bureau van de SP" heet. Dit bureau geeft het blad Spanning uit. Kaderleden van afdelingen ontvangen dit gratis, andere leden en buitenstaanders kunnen een betaald abonnement nemen. Daarnaast bestaat er een SP alternatieve rekenkamer onder de naam SPARK.[37]

De SP heeft sinds 1996 een eigen website, die verscheidene keren verkozen is als beste website van een Nederlandse politieke partij.[38][39] In 2007 ontstond enige discussie rond diverse weblogs van SP-politici wegens de wijze waarop daar geplaatste reacties worden geselecteerd. Sommigen binnen en buiten de partij beschouwden deze ingrepen als censuur en de media besteedden er in de zomer van 2007 kortstondig aandacht aan.[40]

In 2006 plaatste de SP op haar website een "landelijke inventarisatie concurrentievervalsing op de arbeidsmarkt", een soort digitaal meldpunt waar Polen en andere Oost-Europeanen ter sprake kwamen.[41]

De SP was in 2008 de eerste politieke partij die gebruik maakte van 'viral movies' als propagandamiddel. Deze reeks inventieve filmpjes werden viraal via internet verspreid. Nadat de onvanger zijn naam heeft ingetoetst start een filmpje waarbij hij persoonlijk door Jan Marijnissen wordt aangemoedigd op de SP te stemmen.

In 2009 bracht de SP een dvd/cd-box getiteld Hier Is De SP uit met 4 schijfjes, waarop o.m. 14 campagneliedjes, (waaronder Een mens is méér... ) van Bob Fosko te horen zijn, 7 verkiezingsspotjes (2002-2008) te zien zijn, 3 documentaires over de SP van Theo Uittenbogaard, en een CD/ROM met 4 'viral movies'.

Standpunten

In de statuten van de SP staat het volgende:
Artikel 3: Doel en middelen
1. De vereniging stelt zich ten doel het verwezenlijken van een socialistische maatschappij in Nederland, een maatschappij waarin de menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van mensen en de solidariteit tussen mensen daadwerkelijk gestalte krijgen.
2. De vereniging tracht het doel te bereiken door:
– het organiseren van activiteiten onder primair de bevolking van Nederland, en secundair de bevolking van andere landen;
– het deelnemen aan verkiezingen;
– door alle andere wettige middelen die aan het doel van de vereniging bevorderlijk kunnen zijn, een en ander in de ruimste zin van het woord.

Het huidige beginselprogramma van de SP, Heel de mens,[42] werd vastgesteld in 1999. Het program vormt een breuk met het eerdere Handvest 2000 uit 1988, dat nog wel traditionele socialistische eisen zoals de socialisering van de productiemiddelen, arbeiderszelfbestuur en gebonden representatie behelsde.

In New Left Review schrijft Susan Watkins dat de SP vanuit het maoïsme en communisme is opgeschoven naar een positie die ze "sociaaldemocratisch links" noemt.[3] In een ingezonden artikel in NRC Handelsblad[2] omschrijven de politicologen Gerrit Voerman en Paul Lucardie eveneens hoe de SP "sociaal-democratisering" heeft doorgemaakt: van een "dogmatische maoïstische en sektarische splinterpartij" naar een positie "kenmerkend voor de naoorlogse sociaaldemocratie", waarbij de parlementaire democratie principieel aanvaard wordt. Voerman en Lucardie verklaren dit proces vanuit de "populistische oriëntatie" van de SP: de SP was van meet af aan bereid om stellingnames die de partij van electorale groei weerhielden te laten vallen.

De SP vindt een monarchie in een democratie 'niet logisch' en streeft naar een republiek met een gekozen staatshoofd, maar omdat veel Nederlanders waarde hechten aan het koninklijk huis, vindt de partij dat het koningschap slechts dient te worden gemoderniseerd om zo goed mogelijk in de democratie te passen.[43]

Al is men binnen de SP zelf niet geheel gelijk gestemd wat betreft de identiteit van de partij. Zo pleitte in 2012 Tweede Kamerlid Harry van Bommel nog voor een andere partijnaam omdat de term "socialisme" besmet zou zijn. Want volgens zijn zeggen is het woord "socialistisch" een belaste term, omdat dit nog te veel doet denken aan het marxistische en leninistische en noemt in Trouw "Sociale Partij" een aardig alternatief.[44]

Volksvertegenwoordiging

Personen die namens de SP in een vertegenwoordigend orgaan zijn gekozen, hebben te maken met een afdrachtsregeling. Deze houdt in dat het salaris dat de volksvertegenwoordigers voor hun functie ontvangen, afgedragen moet worden aan de partij. Vertegenwoordigers die een fulltime bezigheid hebben aan hun politieke taak (zoals leden van de Tweede Kamer en wethouders) krijgen uit de partijkas een modaal salaris. Vertegenwoordigers die hun functie parttime kunnen uitoefenen (bijvoorbeeld gemeenteraadsleden) krijgen een generieke onkostenvergoeding (25 tot 50 procent van de raads- of Statenvergoeding) of, indien dit niet toereikend is, een vergoeding op maat die de noodzakelijke onkosten (zoals reis- en verletkosten) dekt. De regeling is de door de partijraad vastgestelde praktische uitwerking van het adagium "niet op vooruit, niet op achteruit", dat statutair vastgelegd is.

Tweede Kamer

Jan Marijnissen was van 1994 tot 2008 fractievoorzitter van de SP in de Tweede Kamer
Emile Roemer was van 2010 tot 2018 de voorman van de SP
Verkiezingsjaar Lijsttrekker Aantal stemmen % van de stemmers Aantal behaalde zetels
1977 Remi Poppe 24.420 0,29% 0 / 150
1981 Hans van Hooft sr.[45] 30.380 0,35% 0 / 150
1982 Hans van Hooft sr.[46] 44.959 0,55% 0 / 150
1986 Hans van Hooft sr. 32.144 0,35% 0 / 150
1989 Jan Marijnissen 38.870 0,44% 0 / 150
1994 Jan Marijnissen 118.768 1,32% 2 / 150
1998 Jan Marijnissen 303.703 3,53% 5 / 150
2002 Jan Marijnissen 560.447 5,90% 9 / 150
2003 Jan Marijnissen 609.723 6,3% 9 / 150
2006 Jan Marijnissen 1.630.803 16,6% 25 / 150
2010 Emile Roemer 924.696 9,8% 15 / 150
2012 Emile Roemer 909.853 9,65% 15 / 150
2017 Emile Roemer 955.633 9,09% 14 / 150

De fractie van de SP in de Tweede Kamer bestaat uit veertien leden:


Eerste Kamer

Verkiezingsjaar Aantal stemmen % van de stemmers Aantal behaalde zetels
1987 - - 0 / 75
1991 - - 0 / 75
1995 - - 1 / 75
1999 4.801 3,0 2 / 75
2003 8.551 5,3% 4 / 75
2007 25.231 15,47% 12 / 75
2011 17.187 10,35% 8 / 75
2015 20.038 11,85% 9 / 75
2019 10.179 5,88% 4 / 75

De fractie van de SP in de Eerste Kamer bestaat uit vier personen:

Europees Parlement

De SP maakte deel uit van de fractie van Europees Unitair Links/Noords Groen Links. In 2019 verdween de partij geheel uit het Europees Parlement.

Provincies

Provincie Zetels 2007 Zetels 2011 Zetels 2015 Zetels 2019
Groningen 7 van 43 6 van 43 8 van 43 4 van 43
Friesland 4 van 43 3 van 43 5 van 43 2 van 43
Drenthe 5 van 41 4 van 41 5 van 41 3 van 41
Overijssel 6 van 47 4 van 47 5 van 47 3 van 47
Flevoland 6 van 39 3 van 39 5 van 41 2 van 41
Gelderland 7 van 53 5 van 55 6 van 55 3 van 55
Utrecht 5 van 47 4 van 47 4 van 49 2 van 49
Noord-Holland 9 van 55 5 van 55 6 van 55 3 van 55
Zuid-Holland 8 van 55 5 van 55 5 van 55 2 van 55
Zeeland 5 van 39 3 van 39 4 van 39 2 van 39
Noord-Brabant 12 van 55 8 van 55 9 van 55 5 van 55
Limburg 9 van 47 6 van 47 8 van 47 4 van 47
Nederland 83 van 564 56 van 566 70 van 570 35 van 570

In oktober 2007 bleek dat een aantal SP-provinciale statenleden de partij hadden verlaten dan wel geroyeerd werden:[47]

  • Overijssel: Düzgün Yildirim werd geroyeerd (van 6 naar 5)
  • Gelderland: van 7 naar 6. In 2008 verliet ook Marit de Ridder de Gelderse SP-fractie. Een belangrijke aanleiding hiervoor was de eerdere uitzetting van Toine van Bergen.[48]

In september 2010 viel de SP-fractie in Friesland uit elkaar: twee van de vier Statenleden gingen verder als Verenigd Links - Feriene Lofts en het derde Statenlid geeft zijn zetel terug. Ook zijn vervangster sloot zich aan bij Verenigd Links.

De SP neemt na de P.S. 2011 in Noord-Brabant deel in de Gedeputeerde Staten samen met de VVD en het CDA. Johan van der Hout wordt hier Gedeputeerde. In Zuid-Holland neemt de SP deel aan een college met VVD, CDA en D66 en wordt Rik Janssen gedeputeerde.

In 2015 werd de SP in de provincie Groningen de grootste partij. In Groningen, Friesland, Flevoland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg ging de SP deel uitmaken van het College van Gedeputeerde Staten. Na de Statenverkiezingen van 2019 raakte de SP in vijf van de zes provincies hun positie in Gedeputeerde Staten kwijt.

Gemeenten

De partij leverde anno 2014 vijfenveertig wethouders in veertig gemeenten, onder andere Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, Tilburg, Arnhem, Nijmegen, Leiden, Breda, Helmond, Hilversum, Lelystad, Schiedam, Vlaardingen, Hengelo, Vlissingen, Roosendaal, Weert, Heerlen en Maastricht. Daarnaast beschikte de SP over 345 gemeenteraadsleden in 96 gemeenten. Verder werd de partij in tien Amsterdamse en Rotterdamse stadsdelen vertegenwoordigd met in totaal 32 deelraadsleden. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 raakte de SP veel zetels kwijt. Ook het aantal wethouders daalde fors.

Nederland kende lange tijd geen SP-burgemeesters. De partij is van mening dat burgemeesters gekozen moeten worden door hun gemeenteraden, en niet benoemd door de regering zoals het geval is. Daarom vindt kandidaatstelling van SP'ers voor burgemeestersposten slechts plaats als men de steun voor de kandidaat onder de bevolking groot genoeg acht. Emile Roemer werd in maart 2018 benoemd tot waarnemend burgemeester van de gemeente Heerlen.

De SP is sinds de jaren zeventig vertegenwoordigd in diverse gemeenteraden. De eerste zetels werden behaald in Oss en Nijmegen. Er vond een gestage opmars plaats, eerst vooral in het zuiden van het land, waardoor de SP tegen het einde van de jaren jaren tachtig 'de grootste regionale partij van Nederland' genoemd werd. Na de doorbraak in de Kamer nam ook het aantal gemeentelijke afdelingen snel toe.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 verloor de SP zo'n 17 procent van de zetels.[49]

In 2014 haalde de SP een grote zege.[50] Men steeg van 250 naar 458 raadszetels. Hierna leverde de partij 51 wethouders in 45 gemeenten. Voor het eerst maakte de SP in de grote steden Amsterdam en Utrecht deel uit van het college, terwijl zij in Eindhoven opnieuw mee ging doen. In enkele gevallen kwam eindigde de collegedeelname voortijdig, zo stapte de SP in december 2014 in Kampen uit het college omdat het college (inclusief de SP-wethouder) de huishoudelijke zorg schrapte als WMO-voorziening, wat het college anderhalf jaar later overigens terugdraaide.

Zie ook

Zie de categorie Socialistische Partij van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.