Sluis Maasbracht

Sluis Maasbracht is een complex van sluizen in het Julianakanaal, CEMT-klasse Va, ten westen van de plaats Maasbracht. Het sluizencomplex vormt de overgang tussen het Julianakanaal en de Maas. Het bestaat uit drie sluiskolken, die de oorspronkelijke enkele sluis die een paar honderd meter naar het oosten lag opvolgden.

Een van de drie schutkolken van het sluizencomplex.

Aan de bouw van de sluizen werd gewerkt in de jaren 60 van de 20e eeuw en ze werden op 12 maart 1964 opgeleverd.

Beschrijving

De sluizen hebben met 11,85 meter het grootste verval van alle sluizen in Nederland en hebben vanwege dat verval drijvende bolders. Het complex omvat drie sluizen met identieke schutkolken, met een lengte van 142,00 meter en een breedte van 16,00 meter.[1]

Verlenging sluizen

Om grotere en langere schepen toegang te kunnen blijven bieden op het kanaal is eind 2006 besloten de oostelijke kolk tot 225 meter te verlengen[2]. De vaarweg wordt geschikt gemaakt voor schepen met een lengte van 190 meter, een breedte van 11,4 meter en een diepgang van 3,5 meter. In juli 2008 is het werk gegund aan de Belgisch-Nederlandse aannemerscombinatie Besix/Mourik Limburg[3]. De aannemer voert de verlenging gecombineerd uit met de verlenging van de sluiskolken in Heel en Born en voert ten slotte ook groot onderhoud aan de complexen uit. De werkzaamheden in Maasbracht zijn in september 2009 begonnen en de officiële opening was op 26 november 2012.

Functie

Het Julianakanaal in Limburg voert een deel van het water van de Maas door. Het grootste deel van de scheepvaart dat via de Maas naar België vaart gaat door het Julianakanaal, dat begint als aftakking van de Maas ten noorden van Maastricht bij de stuw van Borgharen en eindigt ongeveer 36 kilometer verder bij het sluizencomplex Maasbracht.

Bronnen

Zie de categorie Sluizencomplex Maasbracht van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.