Slag bij de Gracht
De Slag bij de Gracht of de Slag bij de Khandaq in het Arabisch was een aanval van de inwoners van de stad Mekka op de stad Medina in 627. De slag is vernoemd naar de loopgraaf die de inwoners van Medina ten noorden van de stad groeven om de stad te beschermen en de aanval af te weren. In tegenstelling tot alle andere zijden was de noordzijde van Medina niet beschermd door fortificaties.
Slag bij de Gracht
| ||||
Onderdeel van de oorlogen tussen de moslims en de Qoeraisj | ||||
Datum | 627 | |||
Locatie | Bij Medina | |||
Resultaat | aftocht van de Mekkanen | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
Verliezen | ||||
|
Hoewel Mekka over een groter leger beschikte was het niet in staat om door de verdedingslinie heen te breken. In de Koran wordt het verloop van deze strijd vermeld in ayaat 9-32 van soera De Partijscharen.
Tijdens de Slag bij de gracht werd ook de Joodse stam Banu Qurayza verslagen. Zij hadden ondanks eerdere afspraken met de moslims toch de zijde van Medina gekozen. De moslims beschouwden dit als verraad en besloten de Joden volgens de wet uit de Tora te straffen. Naar schatting 400 Joodse krijgsgevangenen werden onthoofd, de vrouwen en kinderen tot slaaf gemaakt. [1]
Referenties
- Peterson. Muhammed the prophet of God. Pag 125-127