Sinopterus

Sinopterus is een pterosauriër, behorend tot de groep van de Pterodactyloidea, die tijdens het vroege Krijt leefde in het gebied van het huidige China.

Replica van Sinopterus dongi
Afgietsel van het holotype

Sinopterus dongi

De typesoort van het geslacht, Sinopterus dongi, werd in 2002 benoemd en beschreven door Wang Xiaolin en Zhou Zhonge. De geslachtsnaam is afgeleid van het Latijnse Sina, "China", en een gelatiniseerd Klassiek Grieks pteron, "vleugel". De soortaanduiding eert paleontoloog Dong Zhiming.

Het fossiel, holotype IVPP V 13363, is in 2002 bij Chaoyang in Liaoning gevonden in de Jiufotangformatie van de Jehol-groep, vermoedelijk stammend uit het Aptien. Het bestaat uit een vrijwel compleet in verband liggend samengedrukt skelet met schedel en onderkaken, op een enkele plaat. De schedel is zeventien centimeter lang. Een grote schedelopening, de fenestra nasoantorbitalis, welke een derde van de lengte van de schedel uitmaakt, zorgt ervoor dat de schedel vrij gedrongen is; vijf keer zo lang als hoog. De snuit draagt een lage kam die eerst vrij steil omhoog loopt met een holle voorkant, dan een bot laag uitsteeksel vormt op de bovenhoek van de schedelopening en daarna vrij recht naar achteren loopt om uiteindelijk een smalle punt te vormen, parallel lopend aan een korte tweede kam die van het achterhoofd ontspruit en in een korte punt schuin naar achteren steekt. Weke delen heeft het fossiel slechts zeer vaag bewaard, vooral in de oogkas en bij het vleugelmembraan, en het is daardoor onduidelijk in hoeverre flappen de kammen verbonden of vergrootten. De oogkassen staan vrij laag. De kaken zijn tandeloos en lopen voorin in een smalle punt naar beneden, vermoedelijk bedekt met een hoornbek. De stevige onderkaken dragen een lage naar beneden gerichte kam, waarvan de holle achterrand wat abrupter uit de kaak ontspringt.

Er zijn zeven halswervels, die vrij lang zijn en robuust gebouwd. De nek heeft een lengte van ruim tien centimeter. Er zijn elf of twaalf ruggenwervels, exclusief de sacrale wervels waarvan het aantal minstens twee bedraagt. Vier staartwervels zijn bewaard gebleven en de staart was vermoedelijk erg kort. Veel van de ribben zijn verloren gegaan. De totale kop-staartlengte was ongeveer veertig centimeter.

Het borstbeen was halfcirkelvormig met een grote kiel. Het schouderblad (39-40 mm) en het ravenbeksbeen (35-36 mm) zijn vergroeid wat wijst op een volwassen exemplaar. De vleugels zijn robuust gebouwd. Het opperarmbeen is 58-59 millimeter lang en recht met een grote deltopectorale kam. Het spaakbeen is met 84-85 millimeter iets korter dan de ellepijp met 88 millimeter. De vijf polsbeenderen zijn niet vergroeid. Een lang os pteroide van 38 millimeter is naar de elleboog gericht. De middenhandsbeenderen zijn langgerekt en zelfs de eerste drie zijn niet in lengte gereduceerd en met 93 millimeter bijna even lang als het vierde met 95 millimeter. De kootjes van de vleugelvinger hebben een aflopende lengte van 121, 91, 65 en 33 millimeter. De vleugelspanwijdte bedroeg ongeveer 1,2 meter. Mark Paul Witton schatte in 2008 het gewicht bij een vlucht van 114 centimeter op 910 gram.

De achterpoten zijn zwak ontwikkeld. Het dijbeen is met 74 millimeter korter dan het scheenbeen van 104 millimeter. Het kuitbeen is gereduceerd tot twee centimeter. De middenvoetsbeenderen zijn zo'n twee centimeter lang, behalve het vijfde dat gereduceerd is tot 4,5 millimeter; het draagt een tot een kootje gereduceerde teen zonder klauw van acht millimeter. De formule van de teenkootjes is 2-3-4-5-1. De teenklauwen waren vrij kort.

In 2006 werd een tweede exemplaar beschreven bestaande uit een skelet zonder schedel.

Sinopterus gui

Al in 2003 werd door Lü Junchang, Li Jianjun en Zhang Baokun een tweede soort van Sinopterus benoemd: S. gui. De soortaanduiding eert Gu Zugang. De tweede soort is gebaseerd op holotype BPV-077, een vrij compleet skelet met gedeeltelijke schedel, waarvan de preservering van de beenderen echter vrij slecht is. Het exemplaar werd in dezelfde laag gevonden en verschilt van de eerste soort vooral in de afmetingen. De schedel is 85 millimeter lang en heeft een puntiger snuit. Verder verschillen de proporties: het opperarmbeen en het dijbeen zijn relatief een stuk korter. Het is de vraag in hoeverre dit echt op een soortonderscheid duidt of wellicht een gevolg is van rijpingsverschillen. Als het een valide soort is, is het de kleinste tandeloze pterosauriër die uit China bekend is. Bij dit specimen is te zien dat elf ruggenwervels vergroeid zijn tot een notarium en dat er vier sacrale wervels zijn. Volgens Alexander Kellner echter is het notarium in feite afwezig en zijn de proporties in eerste instantie fout gemeten wat erop duidt dat het een zeer jong individu betreft, slechts het jong van Sinopterus dongi of Sinopterus corollatus.

Sinopterus corollatus

Kellner wees in 2010 de soort Huaxiapterus corollatus toe aan het geslacht Sinopterus, als een Sinopterus corollatus.

Sinopterus lingyuanensis

In 2016 benoemden Lü e.a. een Sinopterus lingyuanensis, gebaseerd op een bijna volledig skelet afkomstig uit de Jiufotangformatie te Sihedang. Enkele onderscheidende kenmerken werden aangegeven. De fenestra nasoantorbitalis is 3,2 maal langer dan hoog. De snuit is 3,03 maal langer dan hoog. Het dijbeen heeft 66% van de lengte van het scheenbeen. Het tweede kootje van de vierde vinger heeft 85% van de lengte van het eerste kootje.

Sinopterus atavismus

In 2019 hernoemden Zhang e.a. Huaxiapterus atavismus Lü et al. 2016 tot een Sinopterus atavismus en wezen er een een zeer gaaf specimen aan toe: IVPP V 23388, met als autapomorfie het bezit van een puntig uitsteeksel op het bovenprofiel van de premaxillaire kam.

Fylogenie

Sinopterus werd door Wang toegewezen aan de Tapejaridae, als eerste tapejaride in Azië gevonden en ook de oudste en best bekende vorm van die groep. Wang zag de verwantschap met de Braziliaanse vormen die zeker uit het Krijt stammen als een teken dat de Yixianformatie niet gedeeltelijk of zelfs geheel in het Jura gedateerd moet worden, zoals sommige onderzoekers menen. Volgens Lü echter behoorde Sinopterus tot een eigen groep, de Sinopteridae; in 2007 herzag hij zijn mening en plaatste Sinopterus met Huaxiapterus en Tapejara in de Tapejaridae, echter met uitsluiting van andere soorten. In 2016 benoemde Lü een Sinopterinae.

Levenswijze

Volgens Wang was Sinopterus een omnivoor, een alleseter die zich zowel met vissen als met vruchten voedde. De soort zou daarmee een rol gepeeld hebben in de evolutie van de Angiospermae, de bedektzadigen.

Literatuur

  • Wang, X. & Zhou, Z. 2003, "A new pterosaur (Pterodactyloidea, Tapejaridae) from the Early Cretaceous Jiufotang Formation of western Liaoning, China and its implications for biostratigraphy", Chinese Science Bulletin, 48: 16-23
  • Li, J., Lü, J. & Zhang, B., 2003, "A new Lower Creatceous Sinopterid pterosaur from the Western Liaoning, China", Acta Palaeontologica Sinica, 42 (3) :442 - 447
  • Lü, J., Liu, J., Wang, X., Gao, C., Meng, Q., and Ji, Q., 2006, "New material of pterosaur Sinopterus (Reptilia: Pterosauria) from the Early Cretaceous Jiufotang Formation, western Liaoning, China", Acta Geologica Sinica (English Edition) 80(6): 783-789
  • LÜ JC, TENG FF, SUN DY, SHEN CZ, LI GQ, GAO X and LIU HF. 2016. "The toothless pterosaurs from China". "Acta Geologica Sinica" 90: 2513-2525
  • Xinjun Zhang; Shunxing Jiang; Xin Cheng & Xiaolin Wang. 2019. "New material of Sinopterus (Pterosauria, Tapejaridae) from the Early Cretaceous Jehol Biota of China". Anais da Academia Brasileira de Ciências. 91(Suppl. 2): e20180756
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.