Simpsons paradox

Simpsons paradox (ook wel Yule-Simpson paradox) is een paradox uit de statistiek, genoemd naar de statisticus E.H. Simpson en G.U. Yule, die daar resp. in 1951 en 1903 over publiceerden. De paradox kan het beste gedemonstreerd worden met een voorbeeld.

Simpson's paradox: er is een positieve trend voor elk van twee afzonderlijke groepen (blauw en rood), maar er verschijnt een negatieve trend (zwart, gestippeld) als de data worden gecombineerd.

Stel er zijn twee ziekenhuizen, een academisch (AZ) en een plaatselijk ziekenhuis (PZ). In beide worden operaties verricht. De meeste van deze operaties zijn succesvol (+), maar in sommige gevallen zijn er complicaties (–).

Simpsons paradox zegt nu dat het kan voorkomen dat als ziekenhuis AZ beter is in het uitvoeren van gemakkelijke operaties dan ziekenhuis PZ, en ziekenhuis AZ ook beter is dan ziekenhuis PZ bij moeilijke operaties, het toch kan voorkomen dat het lijkt dat ziekenhuis PZ beter is als gekeken wordt naar alle operaties.

In het volgende stukje staat dit cijfermatig uitgelegd. In de tabel staan de aantallen operaties van het vorige kalenderjaar uitgesplitst.

ziekenhuis + totaal
AZ2110  902200
PZ  677  23  700
totaal27871132900

Men is nu geneigd te concluderen dat het PZ een betere score heeft dan het AZ, immers de fracties succes bedragen voor

Maar is die conclusie wel terecht? We maken nog een onderscheid tussen lichte (L) en zware (Z) operaties. Bekend is namelijk dat het AZ meer met zware, meer risicovolle operaties geconfronteerd wordt dan het PZ.

Voor de lichte operaties zijn de aantallen:

ziekenhuis + totaal
AZ  68515 700
PZ  58416 600
totaal1269311300

De fracties succes bedragen voor de lichte operaties dus voor:

Nu blijkt dat voor de lichte operaties het AZ beter scoort dan het PZ. Men zou nu denken dat voor de zware gevallen dat wel anders zal zijn.

Echter, voor de zware operaties zijn de aantallen:

ziekenhuis + totaal
AZ1425751500
PZ    93  7  100
totaal1518821600

De fracties succes bedragen voor de zware operaties dus voor:

Dus ook voor de zware operaties scoort het AZ beter.

Dit klinkt paradoxaal en de verklaring moet gezocht worden in wat boven al is aangegeven. Het AZ wordt meer met zware operaties geconfronteerd dan het PZ. De volgende tabel geeft de verdeling van de operaties over de beide ziekenhuizen:

ziekenhuis zwaar licht totaal
AZ1500  7002200
PZ  100  600  700
totaal160013002900

De fracties zware operaties bedragen voor:

Nu kan voor de successcores teruggerekend worden:

anders geschreven:

Daaraan is te zien dat hoewel het AZ zowel voor de zware (0,950 tegen 0,930) als de lichte (0,979 tegen 0,973) operaties beter scoort dan het PZ, door het grotere aantal zware operaties (68%) bij het AZ de overall score (0,959) meer bepaald wordt door de lagere prestatie (0,95) voor de zware operaties en bij het PZ , waar veel minder zware operaties worden gedaan (14%) de overall score (0,967) vooral bepaald wordt door de prestatie (0,973) voor de lichte operaties.

Literatuur

Simpson, E.H. (1951), "The Interpretation of Interaction in Contingency Tables," Journal of the Royal Statistical Society, Ser. B, 13, 238-241

Yule, G.U. (1903), "Notes on the theory of association of attributes in statistics," Biometrika, 2(2), 121-134

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.