Sciëntisme

Sciëntisme (v. Lat. scientia = wetenschap) is de benaming voor de wijsgerig-wetenschappelijke ideologie die van de beoefening van de (positivistisch opgevatte) wetenschap de oplossing van alle problemen verwacht. Aanhangers van het sciëntisme vinden natuurwetenschap superieur aan alle andere interpretaties van het leven, zoals filosofische, religieuze, mythische, spirituele of humanistische interpretaties, en aan de andere takken van wetenschap, zoals de menswetenschappen. Het sciëntisme ontstond in de 19e eeuw.

De term werd gebruikt door menswetenschappers zoals Friedrich Hayek (1899-1992) en Karl Popper (1902-1994) om hun gedachten te verwoorden omtrent de onderliggende houdingen en overtuigingen van vele wetenschappers.

In feite stelt sciëntisme wetenschap en filosofie gelijk en ontkent het daarmee specifiek filosofische problemen.

Ernest Renan (1823-1890) en Hippolyte Taine (1828-1893) waren bekende sciëntisten. Auguste Villiers de L'Isle-Adam (1838-1889) en C.S. Lewis (1898-1963)[1] bestreden het sciëntisme. Ook paus Johannes Paulus II (1920-2005) waarschuwde voor het sciëntisme in zijn encycliek Fides et Ratio[2].

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.