Rozenoorlogen

De Rozenoorlogen is een benaming van de binnenlandse strijd die in koninkrijk Engeland woedde in de periode 1455 tot 1485. De strijd ging tussen twee adellijke partijen namelijk de huizen Lancaster en York die vochten om het koningschap van Engeland.

Rozenoorlogen
Richard van York kiest de witte roos terwijl John Beaufort de rode roos kiest zoals beschreven in Henry VI, Part 1, geschilderd door Henry Payne
Datum14551485
LocatieEngeland, Wales en Calais
Resultaat
  • Uiteindelijk overwinning voor de Lancasters
  • De vorming en troonsbestijging van het Huis Tudor
Casus belliZwakheid van koning Hendrik VI
Strijdende partijen
Huis York Huis Lancaster
Leiders en commandanten
Richard van York
Eduard IV van Engeland
Richard III van Engeland
Hendrik VI van Engeland
Margaretha van Anjou
Eduard van Westminster
Hendrik VII van Engeland

Het conflict verkreeg haar huidige naam pas in de 19e eeuw. Sir Walter Scott gebruikte de naam de Rozenoorlogen voor het eerst in zijn roman Anne of Gerstein. Hij ontleende zelf de naam van het conflict aan het werk van William Shakespeare Henry VI, Part 1 waarin Shakespeare beschrijft hoe beide partijen hun roos kiezen in de tuin van de Temple Church.[1] Historisch gebruikten beide partijen een roos als symbool. Deze werd door vooraanstaande aanhangers op de kleding gedragen. Het huis York gebruikte al vroeg het symbool van een witte roos, terwijl het huis Lancaster pas tegen het eind de rode roos gebruikte. Beide rozen werden door Hendrik VII verenigd in de Tudorroos.

Historische context

Zoals op veel plaatsen in Europa was er door vererving en onderlinge oorlog een politieke lappendeken ontstaan waar twee grote coalities van feodale leenheren om de macht in het land streden. In de Nederlanden waren er bijvoorbeeld de Hoekse en Kabeljauwse twisten en de burgeroorlog tussen Schieringers en Vetkopers.

Dynastieke achtergrond

De huizen York en Lancaster stamden beide af van koning Eduard III Plantagenet. Toen Eduard III in 1377 overleed was zijn oudste zoon en erfgenaam, Eduard van Woodstock, al overleden. Hierdoor ging de troon over naar Eduards kleinzoon Richard. Door deze dynastieke opvolging werd een complete generatie overgeslagen, want Eduard had nog drie andere zoons die ook nog leefden. Richard II was weliswaar nog maar een kind toen hij koning van Engeland werd. Hij werd dan ook in de regering bijgestaan door zijn ooms Jan van Gent, Edmund van Langley en Thomas van Woodstock. De koning wist zich behoorlijk onpopulair te maken bij het volk, maar ook bij veel edelen. Na de dood van zijn oom Jan van Gent keerde diens zoon Hendrik van Bolingbroke terug uit ballingschap. Hendrik wist Richard II af te zetten en zelf de kroon te verkrijgen in 1399.[2] Hiermee werd Hendrik IV de eerste koning uit het Huis Lancaster, ondanks dat hij niet de directe erfgenaam van Richard was.

Aanleiding

Hendrik IV werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik V die veel succes wist te boeken tegen het koninkrijk Frankrijk waarmee het land sinds 1337 in oorlog (Honderdjarige Oorlog) was. Hiermee wist hij de macht van het huis Lancaster op de troon te verstevigen. Hij sloot met koning Karel VI van Frankrijk het Verdrag van Troyes waarin zijn huwelijk geregeld werd met Catharina van Valois en dat Hendrik V erfgenaam van Frankrijk werd. Echter, zowel Hendrik V als Karel VI overleden kort na elkaar in 1422. Hierdoor werd de pasgeboren zoon van Hendrik V koning van Engeland en Frankrijk. Na 1429 verging het Engeland niet zo goed in haar oorlog tegen Frankrijk en de bevolking gaf daarvan de schuld aan de koning, wat het koningschap geen goed deed. Daarnaast openbaarde zich in 1453 de krankzinnigheid bij Hendrik VI die hij van zijn grootvader had geërfd. De Engelse baronnen konden de nederlaag niet verkroppen en dit werd verergerd door de machtige positie van Hendriks vrouw, Margaretha van Anjou, die het land in de naam van haar man bestuurde. Dit leidde tot een grote oppositie van de edelen tegen het huis Lancaster die een mogelijke pretendent voor de troon zouden steunen.[3]

Overwinning van de Lancasters

Eduard IV, een achterkleinzoon van Edmund van Langley, wist het koningschap te verkrijgen, maar de Lancasters, aangevoerd door Hendriks vrouw Margaretha van Anjou, vochten terug en er vloeide heel wat bloed in de daaropvolgende veldslagen. Hendrik kwam zelfs korte tijd terug op de troon, hoewel hij daar zelf weinig van merkte. Hij was inmiddels helemaal mentaal in zichzelf gekeerd. De hertog van Warwick speelde een grote rol in deze tijd, hij wordt wel de kingmaker genoemd omdat hij er niet voor terugdeinsde van partij te wisselen en weer een ander op de troon te zetten. Uiteindelijk echter werden Hendrik VI en zijn zoon gedood. Toen Eduard ook stierf verhinderde zijn broer Richard III dat Eduards zoontje (Eduard V) op de troon kwam. Zijn neefje verdween in de Tower.

Hendrik VII Tudor, die in de verte verwant was aan de inmiddels grotendeels uitgemoorde Lancasters, versloeg ten slotte in 1485 bij Market Bosworth Richard III en trouwde met Eduard IV's dochter Elizabeth. Hiermee kwam een einde aan de burgeroorlog.

Shakespeare

De Rozenoorlogen zijn vooral bekend geworden door de toneelstukken die William Shakespeare erover geschreven heeft. Hoewel hij daarin een goede afschildering van deze voor Engeland rampzalige tijd geeft, neemt hij het niet altijd even nauw met de historische werkelijkheid. Zo worden in zijn stukken de huizen Lancaster en York gesymboliseerd door respectievelijk een rode en een witte roos, maar dat is niet op de geschiedenis gebaseerd. Richard III wordt ook afgeschilderd als een vreselijke schurk die onder anderen zijn neefjes vermoordde, maar het is heel goed mogelijk dat het Hendrik Tudor was die daar verantwoordelijk voor was.

Stamboom

Zie de categorie Wars of the Roses van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.