Rig-Veda

De Rig-Veda (ऋग्वेद, Sanskriet ṛc "lof" + veda "kennis") is de oudste van de vier godsdienstige hindoegeschriften die bekendstaan als de Veda's. De Rig-Veda is ontstaan tussen 1700 en 1100 voor Christus.

Rig-Veda, exemplaar in het Devanagari uit begin negentiende eeuw

Deze veda bestaat uit 1017 reguliere verzen (hymnen) plus 11 apocriefe (vālakhilya) verzen 8.49 - 8.59; in totaal 1028 verzen. Ze zijn geschreven in het vedisch Sanskriet. De verzen zijn verdeeld over tien boeken, die bekendstaan als mandala's.

De lange verzameling korte verzen bestaat vooral uit lofzangen voor de natuurgoden. De drie belangrijkste goden die worden vernoemd zijn Agni, de god van het vuur, Indra, god van de donder en bliksem en Surya, de zonnegod.[1] Het bevat ook fragmentarische verwijzingen naar historische gebeurtenissen, in het bijzonder verwijzingen naar de strijd tussen de vroege vedische volkeren (bekend als de Ariërs of Arya's) en hun vijanden, de Dravidiërs.

Bronnen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina The Rig Veda op de Engelstalige Wikisource.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.