Revit

Autodesk Revit is een bouwwerkinformatiemodel-programma van Autodesk dat draait op Microsoft Windows.

Het programma maakt het mogelijk tekeningen te maken op basis van parametrische modellen. Building Information Modeling (BIM) verschilt van computer-aided design (CAD) omdat er een intelligent parametrisch 3d-model gecreëerd wordt, waar op diverse methoden data uit te genereren valt. Ook kan deze data uitgewisseld worden met externe tools waarmee het model eventueel aangepast kan worden. Een wijziging van het model wordt direct op alle gerelateerde plaatsen doorgevoerd. De hele presentatie van het model blijft dus actueel.

Een BIM-model kan bovendien informatie bevatten voor verschillende disciplines en voor verschillende bouwfasen (van concept t/m de sloop). Dit is mogelijk door de onderliggende relationele database-architectuur, welke door de ontwikkelaars parametric change engine genoemd wordt.

Tot 2013 waren er drie versies beschikbaar (Revit Architecture/Structure/MEP), deze versies zijn geïntegreerd in één versie vanaf Revit 2013. Sinds 29 september 2008 is voor 'subscription'-gebruikers het programma ook beschikbaar voor 64-bit systemen. Deze omgeving presteert beter qua snelheid en de hoeveelheid adresseerbaar geheugen is niet meer beperkt, waardoor grotere modellen mogelijk zijn.

Geschiedenis

Op 31 oktober 1997 werd in Massachusetts (USA) 'Charles River Software' opgericht door enkele medewerkers van de firma PTC (Parametric Technology Corporation). Hun doel was een programma te ontwikkelen dat beter aansloot bij de wensen van architecten. De oorspronkelijke ontwikkelaars van het programma waren Irwin Jungreis en Leonid Raiz. Jean-nic Guet van de firma Bagh gebruikte de engine Parametrics van PTC in die tijd voor het CAD programma Archidesign samen met GOelan. Archidesign werd te vroeg uitgebracht om op tijd Architrion op te volgen. De foutmeldingen van de Parametrics database waren te veel om een werkbaar programma te hebben. Archidesign is dan ook terziele gegaan in juni 1998.

In november 1999 kon een 0.1-versie van het programma gepresenteerd worden en in januari volgde versie 0.2. De firmanaam werd omgedoopt tot 'Revit Technology Corporation'. In april van datzelfde jaar werd versie 1.0 uitgebracht en volgden ook versie 2.0 en versie 2.1. In 2001 werden de versies 3.0, 3.1 en 4.0 uitgebracht en in januari 2002 volgde versie 4.1. Begin april van datzelfde jaar werd de firma voor 133 miljoen US$ overgenomen door Autodesk.[1]

In 2003 werd ook 'Revit Series 1.0' uitgebracht: Een bundeling met AutoCAD, die tegenwoordig als 'Revit Suite' door het leven gaat.

Er volgde een serie aan updates (zie ook de 'Revit Timeline' op AUGI.com), totdat in 2005 het pakket zich splitste in 'Revit Building 8.1' en 'Revit Structure 1.0'. De naam van 'Revit Building' werd in 2007 omgedoopt tot 'Revit Architecture 2008'. In april 2006 werd voor installatietechnieken 'Revit Systems 1' gelanceerd, wat tegenwoordig bekendstaat als 'Revit MEP'.

Hoe werkt het?

Revit werkt met een database die bestaat uit één enkel bestand. Dit bestand kan door verschillende gebruikers tegelijkertijd bekeken en bewerkt worden. Plattegronden, doorsneden, niveaus, legenda en schema's zijn allemaal gerelateerd: een wijziging heeft consequenties op alle plaatsen waar die informatie gepresenteerd wordt.

Het model is opgebouwd uit 3D-elementen met intelligente eigenschappen: materiaalkenmerken, relaties met andere objecten, de bouwfase en worksets. Indien gewenst is het ook mogelijk eigen elementen te maken.

Een Revit-bestand kan gedeeld wordt door het als central file op een server LAN of in de Cloud te plaatsen. Elke gebruiker werkt met een kopie van dit bestand, een local file. De gebruikers kunnen vanuit hun local file wijzigingen opslaan in het central file, en wijzigingen van andere gebruikers ontvangen. Door bepaalde onderdelen te reserveren wordt voorkomen dat twee gebruikers tegelijkertijd hetzelfde onderdeel wijzigen. Indien er sprake is van verschillende disciplines worden de rechten automatisch geregeld. Omdat geclaimde ruimte maar één keer gebruikt kan worden, is het mogelijk te controleren op conflicten met de onderdelen die door anderen zijn toegevoegd.

Werken met een central file gaat vaak trager naarmate het bestand groter wordt, omdat er continu gecommuniceerd moet worden tussen het central file en de local files. Daarom werken in de praktijk de verschillende betrokken partijen (bijv. architecten, constructeurs, installateurs) vaak met eigen bestanden volgens een (BIM-)protocol waarin de taken afgebakend zijn. De bestanden van de andere partijen kunnen dan in het eigen bestand worden ingeladen als 3D onderlegger. De controle op conflicten, de clash control, wordt doorgaans verricht door een BIM-coördinator of de hoofdaannemer.

Eenmaal gerealiseerd is het vrij eenvoudig het model op vele manieren te presenteren. Indien gewenst is het voor het presenteren mogelijk 3D en 2D-informatie toe te voegen met bijvoorbeeld een renderprogramma. Dit is mogelijk door te exporteren in een van de volgende bestandsformaten: IFC, DWG, DXF, DGN, SAT of SKP.

Revit gebruikt de .RVT-extensie om het BIM-model op te slaan. Parametrische objecten—of het nu 3D-objecten (zoals ramen of deuren) of 2D-objecten betreft—worden families genoemd en worden opgeslagen als .RFA-bestand. Wanneer nodig kunnen deze geïmporteerd worden. Het maken van een family vereist geen programmeerkennis en er zijn diverse bibliotheken beschikbaar.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.