Recht van initiatief

Het recht van initiatief of het initiatiefrecht is het recht om een wetsvoorstel te doen.

Nederland

Het initiatief tot het doen van een voorstel van wet kan in Nederland uitgaan van de regering of (leden van) de Tweede Kamer (initiatiefwet). Beide hebben het recht van initiatief. Het initiatiefrecht is geregeld in de Nederlandse Grondwet:

  • artikel 82 lid 1: Voorstellen van wet kunnen worden ingediend door of vanwege de Koning en door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Eerste Kamer heeft als zelfstandig orgaan geen recht van initiatief. Er geldt wel recht van initiatief voor de verenigde vergadering van de Staten-Generaal (Tweede en Eerste Kamer samen).

Het dubbele initiatiefrecht van Kroon (regering) en Staten-Generaal was reeds geformuleerd in artikel 46 van de Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden van 1814:

  • artikel 46. De Souvereine Vorst heeft het regt om aan de Staten Generaal wetten voor te dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordragten door de Staten Generaal Hem gedaan al of niet goed te keuren. (...)

In meer dan 95% van alle gevallen neemt de regering het voortouw bij de totstandkoming van een wet. Dat is niet zo gek; de regering (ministers) kunnen terugvallen op de ambtenaren van departementen om een voorstel te maken. Een lid van de Tweede Kamer kan wel assistentie krijgen van het Bureau Wetgeving. Kamerleden zullen vaker gebruikmaken van hun recht van amendement, ofwel het recht om wijzigingen voor te stellen in een wetsvoorstel.

België

In België heeft zowel de Koning, de Senaat als de Kamer van volksvertegenwoordigers een initiatiefrecht ten aanzien van hun bevoegdheden. De Koning moet zijn initiatiefrecht steeds uitoefenen in de Kamer (volgens Trias Politica heeft de uitvoerende macht ook initiatiefrecht). De goedkeuringsprocedure is in beide kamers nog steeds een cyclus van vier fasen:

  • de algemene bespreking
  • de artikelsgewijze bespreking
  • de artikelsgewijze stemming
  • de stemming over het geheel

Oefent de Senaat of de Kamer zijn initiatiefrecht uit, dan spreekt met van een wetsvoorstel. Doet de Koning dat, dan spreekt men van een wetsontwerp. Indien de Koning een wetsontwerp indient, moet dit ter advies worden overgezonden naar de afdeling Wetgeving van de Raad van State. Dit is een substantiële vormvereiste, d.w.z. dat de niet-naleving ervan kan leiden tot de nietigverklaring van de wet.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.