Proveniershuis
Een proveniershuis was een wooncomplex waar bewoners zich voor een eenmalig bedrag inkochten en vervolgens levenslang 'gratis' kost en inwoning genoten. De kost bestond meestal uit de meest noodzakelijke levensbehoeften. De bewoners van proveniershuizen heetten proveniers maar werden ook wel kostkopers genoemd. Provenier is een oud-Hollandse benaming voor 'iemand die van preuves leeft' waarbij preuves staat voor giften. Naast de inwoning en eenvoudige kost kregen de proveniers soms preuves in de zin van iets meer luxegoederen. Een provenier was meestal een man (de vrouwelijke vorm is "provenierster") voor vrouwen waren er hofjes. De kostkoper beschikte over één kleine kamer of woonde op een zaal, waarbij hij de beschikking had over een bedstede.
In Nederland bestonden meerdere proveniershuizen, waaronder in:
- Alkmaar, meerdere sinds de 15e eeuw
- Amersfoort, tot 1907
- Amsterdam, voornamelijk in de 17e eeuw
- Culemborg, sinds 1550
- Doesburg, Gasthuiscomplex (tot heden)
- Edam, sinds 1555
- Haarlem, sinds 1707
- Hoorn, Sint-Pietershof in de 16e en 17e eeuw
- Rotterdam, sinds 1670
- Schiedam, sinds 1756
- Tiel, Oud Burger Mannen- en Vrouwenhuis sinds de 14e eeuw tot 1967
- Utrecht, in ´t Bartholomeïgasthuis
Externe link
Een korte video waarin vrijwilligers de leefomstandigheden van het proveniershuis van het St. Pieters en Bloklands Gasthuis in Amersfoort naspelen zoals deze was rond 1900.