Prosper De Bruyn

Levensloop

De Bruyn stamde uit een daensistische familie. Zijn vader, die spoorwegarbeider was, was militant voor het daensisme en Karel-Lodewijk De Bruyn (1882-1972), oudere broer van Prosper, werd van 1922 tot 1926 dienstdoend burgemeester en nadien eerste schepen van Denderleeuw, als verkozene voor de daensisten.

Prosper werd in 1904 treinwachter en werkte in de stations van Brussel-Noord, Antwerpen-Centraal, Dendermonde en Aalst. In 1906 werd hij hoofdtreinwachter in Ronet (provincie Namen), in 1911 in Virton-Saint-Mard en in 1914 in Schaarbeek.

Hij werd een van de leiders van de vriendenkring van (hoofd)treinwachters en stelde de syndicale onmacht vast van het spoorwegpersoneel dat zich veelal per beroep organiseerde. In 1917 nam hij het initiatief om de verschillende beroepsgroepen en –organisaties van het spoorwegpersoneel in één nationale vakbond te verenigen. Hij werd de eerste secretaris van deze bond.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd De Bruyn, op beschuldiging van spionage, door de Duitsers gearresteerd en ter dood veroordeeld. De wapenstilstand redde hem van executie.

In eigen gemeente werd het socialisme voortgestuwd door de talrijke spoorwegarbeiders. De gemeente was immers een spoorwegknooppunt en trok daardoor heel wat spoorpersoneel aan om er te wonen. De Bruyn leidde in 1923 de eerste nationale spoorstaking in België. Hierop werd hij geschorst.

Het 'Nationaal Syndicaat' breidde uit naar andere beroepsgroepen en heette vanaf de jaren 1920 Nationaal Syndicaat van IJzerwegen, Post, Telegraaf, Telefoon en Zeewezen (NSYPTTZ).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij voorzitter van het clandestiene Algemeen Syndikaat van de Openbare Diensten.

Vanaf 1925 werd hij politiek actief binnen de BWP. Hij werd socialistisch parlementslid van 1925 tot 1955:

In Denderleeuw was hij gemeenteraadslid van 1946 tot 1955. Hij was verder ook nog:

  • voorzitter van de Bond Moyson Denderleeuw-Aalst-Oudenaarde,
  • voorzitter van de poliklinieken 'De Toekomst',
  • voorzitter van de S.M. Achturenhuis te Brussel,
  • voorzitter van het Achturenhuis in Denderleeuw,
  • voorzitter van de BWP, Denderleeuw,
  • voorzitter van de bestuurscommissie van de Rijksmiddelbare scholen in Denderleeuw;
  • voorzitter van de fanfare De Werker in Denderleeuw,
  • voorzitter van de toneelkring Hoger Op in Denderleeuw.

Literatuur

  • Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.
  • Grant Allen, Belgium, its Cities. Paperback – April 27, 2009
  • Misdaad in Aalst, de Faluintjes uitgave, 2019, Moorsel
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.