Postglaciale opheffing
Principe
Postglaciale opheffing is een gevolg van het principe van isostasie. Volgens dit principe "drijft" de aardkorst op de, vloeibaar geachte, aardmantel. In een glaciale periode (een "ijstijd") ligt boven op een stuk korst een zware massa ijs. Als het klimaat warmer wordt smelt het ijs, waarna de korst omhoog beweegt. Dit vindt langzaam plaats vanwege de interne sterkte van de korst. In Scandinavië en centraal-Canada beweegt de korst op het moment nog steeds omhoog, hoewel het einde van het glaciaal meer dan 10.000 jaar geleden was.
Door de rigiditeit van de korst vindt soms rondom gebieden waar opheffing plaatsvindt, een postglaciale daling plaats.
Hoogste kustlijn
De hoogste kustlijn is de kustlijn tot waar het het zeeniveau maximaal kwam toen de ijskappen zich terugtrokken. In Nederland en België is deze term niet van toepassing, maar in Scandinavië, Schotland en delen van Canada des te meer. Er is vaak een groot geologisch verschil tussen de gebieden boven en beneden de hoogste kustlijn. Beneden de hoogste kustlijn zijn glaciomariene en glaciolacustriene afzettingen te vinden terwijl die boven de hoogste kustlijn afwezig zijn. Ook zijn de tills beneden de hoogste kustlijn vaak enigszins gesorteerd aan het oppervlak als gevolg van golfwerking.
Voorbeelden
In Nederland vindt postglaciale daling plaats. Dit is een gevolg van de postglaciale opheffing in Scandinavië. Het kantelpunt bevindt zich tegenwoordig in Denemarken.
Zie ook
Zie de categorie Post-glacial rebound van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |